Een lang verhaal ... Orval.

In de Belgische provincie Luxemburg, op de rand van de Ardennen en Lotharingen ligt het zacht glooiende landschap van de Gaumestreek. Midden in de bossen van de Gaume en op korte afstand van de Franse en Luxemburgse grens, staat de Abdij van Orval, een van de beroemdste en rijkste cisterciënzerkloosters van Europa.

Abdijen en begijnhoven

In reisgidsen en bij beschrijving van reiswegen wordt vaak voorgesteld een omweg te maken naar een of ander klooster. Er wordt gewezen op het belang dat de abdijen voor onze streken hadden. Zij waren sedert het einde van het Romeinse keizerrijk een van de drijvende krachten in onze geschiedenis. De verschillende gemeenschappen van monniken en nonnen inspireerden vroeger ons stedelijk- en politiek leven. Door hun voortdurend streven naar een betere bebouwing van de grond hadden de abdijen ook een diepgaande invloed op de landbouw. Wat letterkunde en plastische kunsten betrof, waren de kloosters tegelijk bewaarders van de antieke tradities en bevorderaars van iedere nieuwe kunstuiting. Wie vandaag de dag een tot puin vervallen of nog bewoonde abdij bezoekt kan daar zien hoe in eender welk tijdperk werd gestreefd naar de architectonische perfectie. Tegelijk vermeld ik hierbij nog de uitstraling van de armenhuizen die iedere kloostergemeenschap in de dichtbij gelegen stad inrichtte.

We rijden naar het landelijk stadje ‘Villers-devant-Orval’, op 3,5 km van de Franse grens. De weg naar de abdij loopt langs een kunstmatig aangelegde vijver omringd door oude smederijen (1529) en hallen (grote gebouwen die vroeger dienst deden als brandopslagplaats).

Wie Orval hoort zeggen, denkt aan abdij, bier en kaas. Wij wandelen alvast verder naar de abdij en de ruïnes en zullen afsluiten met de gastronomie.

Een stukje geschiedenis

De Abdij van Orval, werd in 1070 gesticht door de uit Calabrië (Zuid-Italië) afkomstige Benedictijnermonniken. In 1132 ging de abdij over in handen van de Cisterciënzersmonniken en aan het einde van de 12de eeuw is de Église Notre-Dame in gotische stijl gebouwd. De Abdij raakte beschadigd door een brand in de 13de en nogmaals in de 16de eeuw maar werd herbouwd begin van de 17de eeuw.

In de 18de eeuw kende ze een grote bloei die haar ertoe brengt in het midden van de vallei nieuwe gebouwen op te trekken. De architect Dewez kreeg opdracht tot het bouwen van een nieuwe kerk in neoklassieke stijl. Deze is nauwelijks klaar als ze wordt verwoest tijdens de Franse Revolutie (1793). In 1797 werd de abdij verkocht.

Het nieuwe klooster

De trappisten (cisterciënzen) uit Frankrijk zijn in 1926 onder leiding van Dom Marie-Albert van der Cruyssen en architect Henri Vaes begonnen met de bouw van een nieuw klooster. De werkzaamheden werden in 1948 beëindigd.

Het klooster verrees op de plaats waar de 18de eeuwse gebouwen hadden gestaan. Bij de bouw in een sobere maar sierlijke stijl werd gebruikgemaakt van een steensoort met warme kleur, het grondplan is kenmerkend voor een cisterciënzer bouwwerk. Aan het retraitantenplein verrijst de voorgevel van de nieuwe abdijkerk, met een indrukwekkend beeld van de H. Maagd met het Kind. De voorgevel is zeer zuiver van lijn.

De legende

Omstreeks 1076 was de Italiaanse gravin Mathilde van Toscanië de plaatselijke opperleenvrouw. Toen ze op een dag aan de rand van een heldere bron zat, liet ze er per ongeluk haar trouwring invallen. Het was een geliefd aandenken aan haar overleden echtgenoot Godfried-met-de-Bult. Wanhopig om dit verlies, richtte de gravin een gebed tot de Maagd Maria. Toen ze weer bij de bron kwam, dook een forel op uit het water, met de ring in zijn bek. De gravin was verrukt en riep uit: “Dit is de gouden ring die ik zocht! Geprezen zij het dal dat mij de ring terugschonk! Ik wens dat ze voortaan en voor altijd Aurea vallis (gouden vallei) wordt genoemd.”

Het symbool van Orval (or = goud en val = vallei), - de forel en de gouden ring -, verwijst nog steeds naar deze mooie legende.

'twee foto's genomen via google'

De naam van de abdij en haar wapenschild met op een zilveren veld een azuurblauw water, waaruit een ring met drie diamanten verschijnt, herinneren aan de legende.

Het wapenschild staat op elk flesje én op elk Orval-glas

 

Ons bezoek

Het bezoek start met een audiovisuele voorstelling over het leven op de abdij en haar geschiedenis. Daarna slenteren we door de ruïnes van de middeleeuwse abdij, de 18de eeuwse kelders, het farmaceutisch museum en de tuin met geneeskrachtige kruiden. En natuurlijk maken we kennis met de geheimen van het plaatselijke trappistenbier.

De poort is open, wandel met ons mee naar binnen. Je zal er geen spijt van hebben!

Na de diaprojectie volgen we de bewegwijzerde route om de ruïnes uit de Middeleeuwen en de 18de eeuw te ontdekken.

Er is juist een expositie van beeldkunst in de tuin.

We gaan door de poort van 'de ruïnes van de Église Notre Dame'.

Het bekken van de bron van Mathilde is de plek waar de legendarische forel boven water kwam met de kwijtgeraakte trouwring van de hertogin in zijn bek.

Vooraleer we de kerk kunnen binnengaan moeten we door een voorhof.

Het roosvenster van de linkerdwarsbeuk en de kapitelen in Romaans, gotische of renaissancestijl zijn bijzonder mooi.

In het koor (foto rechts) bevindt zich het praalgraf van hertog Wenceslaus, de eerste hertog van Luxemburg. Het werd in 1930 teruggevonden en in 1967 in het midden van de voormalige abdijkerk weer in zijn oude staat is hersteld

Omdat het afgeplatte koor te klein werd, is er in de 17de eeuw een apsis aan vastgebouwd.

 

Een héél interessant en mooi boek is '' (Als stenen spreken ..)

Heel interessant boek is ook :   => 'Antiquair Karel Rombaut wil met zijn boek aantonen dat hij als nazaat van Lodewijk XVII (1785-1795?) een troonpretendent van Frankrijk is ...'