Le Mont Saint-Michel

Prachtige panorama’s en de mystieke rots.

We staan klaar om naar Normandië - Bretagne te vertrekken en duimen voor een mooie reis.

De eerste dag hebben we heel wat autosnelweg voor de boeg. We rijden door Normandië, via Caen, rijden richting Avranches. Hier staat al vermeld op de verkeersborden Le Mont Saint-Michel. Die ligt nog net in Normandië. Dat wordt ons eerste bezoek eer we Bretagne binnenrijden.

Reeds van in de verte zien we de rots liggen. We waren hier al eerder, maar het is sterker dan mezelf. Ik wil NU al die eerste foto van de Mont Saint-Michel.

We waren er al drie keer en toch blijft het fascinerend. Waarom?

- Is het de lange geschiedenis van het klooster op de rots of de schoonheid?

- Is het dat vleugje mysterie van de getijdenwisseling?

- Is het dat schemerlicht dat over het water en de muren speelt?

- Misschien is het gekrijs van de zeemeeuwen boven het zand zo speciaal?

De Mont Saint-Michel is uniek: de rots en de baai zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jaarlijks komen hier meer dan drie miljoen toeristen proeven van de raadselachtig sfeer. Ze beklimmen het smalle straatje naar boven en daar worden ze beloond met een fantastisch panorama over de baai en de kuststreek.

Het piepklein stadje met grote abdij, gebouwd op een rotsachtig eilandje in een prachtige baai is niet voor niets (in 1979) door UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen.

 

Een stukje geschiedenis

Monniken en Noormannen.

De Mont Saint-Michel werd rond 700 gesticht door de heilige Aubert die er op de berg in eenzaamheid en verbondenheid met de natuur en de zee kwam bidden. Volgens de legende zou de aartsengel Michaël verschenen zijn aan de man, die visioenen kreeg over een kerk op de rots. Michaël zou de monnik bevolen hebben om er een heilige plek te bouwen, waarna de monnik in 708 begon aan de bouw van een kapel op de rotspunt, dicht bij de kust. In de loop der jaren bouwden monniken er vervolgens een klooster en vergrootten de kapel tot een kerk. In de 9de eeuw en de eerste helft van de 10de eeuw was Mont Saint-Michel niet meer dan een verstild klooster op een rotseiland. In 966 kwamen de Normandiërs – nazaten van de Noormannen – op het rotseiland. Ze bouwden er hun huizen op de rotshellingen en leefden er in harmonie met de kloosterlingen.

Wij zijn aangekomen op de bestemming. Vroeger konden we de auto parkeren op zo’n 400 à 500 meter dicht bij de Mont Saint-Michel. Maar bij springtij (2 keer per dag, om de week) stonden de parkeerplaatsen onder water en werd er langs de toegangsweg geparkeerd. Wie toen de informatieborden niet las, werd gewaarschuwd door de parkeerwachters.

Nu zijn er overal werken aan de gang. We worden geleid naar parkings die wel 2 km van de rots verwijderd zijn. Amai, dat wordt een stevige wandeling. Maar geen nood, er zijn ook shuttlediensten die voortdurend heen en terug rijden.

Op het bord lezen we wat de bedoeling van de 'werken' zijn. Het monumentale project voorziet in de restauratie van het oorspronkelijke landschap dat Mont Saint-Michel omringd en zal er voor zorgen dat het water rond de rots definitief terug zal innemen. Het rotseiland wordt dus de komende jaren in zijn eer hersteld als getijdeneiland. Via een viaduct dat over  het water loopt zal een bezoek elk moment van de dag mogelijk zijn.

De baai

Langs de baai van de Mont Saint-Michel ligt ongeveer 100 km kustlijn. De eilanden, kliffen, stranden en duinen vormen een reeks gebieden met een rijke en bijzonder gevarieerde flora en fauna. De getijbeweging in de baai is aanzienlijk. Het verschil tussen hoog en laag water kan 14m bedragen. Aangezien de zeebodem hier vlak is, kunnen de zandbanken bij eb over een grote afstand bloot komen te liggen. De zee kan zich maar liefst 15 kilometer terugtrekken, wat voor een spectaculair decor zorgt. De vloed komt op in een normaal wandeltempo. Dat fenomeen, gecombineerd met de omsingelende beweging door de talrijke stromingen in de baai, kan onvoorzichtige wandelaars in gevaar brengen.

Op blote voeten de baai oversteken naar de abdij : het is zeker de moeite waard om dit te doen. Maar doe het bij eb én onder leiding van een gids. Deze baai kent de sterkste getijden in heel Europa.

Het dorp

We wurmen ons langs een smalle, steile straat naar boven. De Grande Rue is een straat vol oude, op mekaar geperste huizen, daterend uit de 15de - 16de eeuw. Het is prachtig weer, vakantie én razend druk hier. Het puilt uit van de souvenirwinkels, gezellige restaurantjes en leuke terrasjes langs de achterzijde. In de Middeleeuwen ondernamen massa’s pelgrims langs deze weg een bedevaart naar de Mont St-Michel. Eén van de gastronomische trekpleisters van Mont Saint-Michel is het restaurant La Mère Poulard. Toeristen van overal komen hierheen want La Mère Poularde is bekend om zijn schuimig opgeklopte omeletten die in alle mogelijke variaties te verkrijgen zijn.

Omwalling

Eenmaal boven doen we de wandeling langs de weergang. We genieten van de prachtige vergezichten op de baai én van het stralende zomerweer.

volgens http://nl.wikipedia.org/wiki/Weergang

Een weergang is een al of niet overdekte gang of omloop die boven aan de binnenzijde van een middeleeuwse vestingmuur of een verdedigbaar bouwwerk is aangebracht. Het is de ruimte waar de verdedigers, meestal over de gehele lengte van de muur, kunnen lopen en vechten om een vijandige aanval van de veldzijde op de vesting of het bouwwerk te kunnen afslaan. De weergang wordt beveiligd door een borstwering die meestal is opgebouwd uit kantelen en schietgaten. Bij een aan de veldzijde uitkragende weergang met borstwering werd deze vaak van een werpgang met werpgaten voorzien om bij bestorming de muur of de toegangspoort de vijand van boven met stenen te kunnen bekogelen of met pek te overgieten. De gang achter langs de kantelen rust meestal op spaarbogen. Er zijn twee uitvoeringen voor een weergang; de stenen versie, die machicoulis wordt genoemd, en de houten versie bekend als de hordijs. Deze laatste was meestal een tijdelijke uitvoering die in spannende tijden over de weergang heen werd gebouwd en zodanig was uitgevoerd dat men zowel achter als vóór de kantelen kon lopen.

De bouwwerken die vroeger werden voorzien van een weergang waren meestal muurtorens, burcht- en stadspoorten en donjons.

Vanaf de noordelijke toren zien we heel goed de Rocher de Tombelaine.

Tombelaine is een granieten eiland gelegen in de baai, een paar kilometer ten noorden van Mont Saint-Michel. Bij eb kun je dit eiland te voet bereiken.

Sommigen beweren dat de naam van deze rots afkomstig is van een Keltische legende, die zegt dat een prinses Helena, dochter van koning Hoël, werd ontvoerd door een reus en begraven is op deze rots. Anderen beweren dat deze naam zou betekenen Le Petit Mont tombe, in tegenstelling tot Le Mont Tombe nl. de Mont Saint Michel.
In werkelijkheid weet men wel dat de naam komt van tumulus belenis: de Grafheuvel van Belenos. Dit was de Gallische God van oorlog en licht én gids van de doden – een drievoudige functie overgenomen door Saint Michael, de aartsengel vol Christelijke overtuigingen.

Men wou hier vroeger een woonplaats voor toeristen maken. Maar in 1933 werd Tombelaine gekocht door de staat en in 1936 en 1987 is het eiland geklasseerd. Momenteel is het een ornithologische reservaat.

De abdij

We wandelen verder door een doolhof van gangen en trappen. Een trap leidt naar de abdij. Er is ook een toegang tot de tuinen én een trap die nóg verder naar boven gaat, naar de vestingmuur. Achter de boog van een oude poort zien we een versterkte binnenplaats: de muur is opgetrokken uit lagen roze en grijze graniet. We stappen verder langs een trap met een tonggewelf en komen aan een mooie poort die toegang verleent tot de Poterie (of de Zaal van de wacht). Nog meer indrukwekkende trappen leiden ons naar de abdijgebouwen aan de ene kant en de kerk aan de andere kant.

 

de kloostertuin

De Heilige Michaël

Eenmaal we op het platform staan, zijn we stil bij het zien van het weidse panorama van de baai.

en bij het terug afdalen gaan we een kijkje nemen in het museum

Le Mont-Saint-Michel (’s avonds)

Wij kunnen dit niet meemaken maar wie de abdij 's avonds kan bezoeken, ziet vanaf het voorplein de zon ondergaan, een adembenemend spektakel.

In de volgende delen reizen we verder door Bret