Cap Frehel - deel 1

Spectaculaire kliffen, schitterende kleuren en een historisch fort

Eenmaal voorbij Cancale (oesters) begint de 120 km lang Smaragdkust (Côte d’Emeraude). De landtongen steken ver in zee, daartussen liggen beschutte baaien met mooie stranden die door rotsen omgeven zijn.

Het landschappelijke hoogtepunt is de Cap Fréhel, die met zijn vogelrotsen tot 70 meter boven de golven uitsteekt. Dit is het meest noordelijke punt van het rotsachtige gebergte tussen Saint-Malo (links) en Saint-Brieuc (rechts). Cap Fréhel is beschermd natuurgebied.

Vandaag wordt het voor ons een dagje natuur:  wandelen, genieten, foto’s nemen en filmen. We laten de auto op de parking en gaan op stap naar Cap Fréhel. We bevinden ons op één van de meest indrukwekkende plekken van de Bretoense kust.

Met zijn rode kliffen boven de smaragdgroene zee en gegeseld door de wind betovert kaap Fréhel ons door zijn schoonheid en schitterende kleuren. We waren hier 4 jaar geleden toen gierde een snijdende wind. Nu kunnen we genieten van een stralende zomerdag. Liefhebbers van ruige, schilderachtige kusten zitten hier goed.

De vuurtorens

We komen aan bij de Cap Frehel vuurtoren. Er staan eigenlijk twee vuurtorens.

De oudste toren (foto boven), Le Phare Premier PHARE of Vauban, dateert uit 1650 en werd gebouwd onder koning Lodewijk XIV. In mei 1694 inspecteert de beroemde generaal én architect Vauban de noordkust van Bretagne. Hij stelt voor om een toren te bouwen om de aanvallen van de Engels vloot te waarschuwen. Deze commissaris-generaal van de vestingwerken van Lodewijk XIV had al verschillende vuurtorens gebouwd (de Stiff vuurtoren op Quessant, het vlaggenschip van walvissen op Ile de Ré en de vuurtoren van Chassiron op Oléron).

 

De nieuwe Cap Frehel vuurtoren, Phare du Cap Frehel, is de 33m hoge achthoekige toren, in het midden van de voorkant van een rechthoekig gebouw. Deze toren werd gebouwd in 1947-1950 volgens de plannen van de architect Yves Malo Hemar.

 

De begane grond accommodatie omvat de vuurtoren keepers en een grote ontvangstruimte. Links bevindt zich een plaats met documentatie. De vuurtoren heeft een lift, ongewoon in dit type gebouw (toen wij er waren, werkte de lift niet, maar dat belette ons niet om naar boven te gaan, langs de trappen).

De kaap zelf  is 70 meter hoog, maar wij staan nu heel wat hoger als we de 145 trappen van de vuurtoren beklommen hebben (103 meter boven de zee). De wind kan hier snedig zijn, maar het uitzicht is fascinerend. Wij zien het niet maar bij heel helder weer kan men zien tot de Normandische kust en zelfs het eiland Jersey.

Bij het afdalen hangen overal schilderijen van vuurtorens langs de kust. Helemaal beneden staat meubilair van vroeger en er hangt heel veel informatie en decoratie die het belang van de vuurtoren dienst na de Tweede Wereldoorlog illustreren.

 

Een wandeling op de kaap

De schoonheid van de natuur, de geur en kleur van de bloemen en de achtergrond van de oceaan lokken ons om te wandelen. Natuurliefhebbers hebben het hier zeker naar hun zin. Vanaf de punt bij Grouin tot aan het eiland Bréhat behoort bij de kaap ook 400 hectare heidevelden, een van de grootste heidevelden van Europa.

Wij wandelen langs een symfonie van kleuren en we genieten van het felle geel van de brem. Toen we hier in voorjaar 2009 waren was dit geel vermengd met het roze van het arsenaal en in de zomer met de paarse heide.

Het contrast tussen het paarsachtige rood van de rots – schist, zandsteen en porfier -  en het blauwgroen van de zee is adembenemend.

Wandel met ons mee langs de pittoreske kust, op een pad dat loopt door gekleurde bloemen.

Zet alle zorgen opzij, geniet van de schoonheid van de natuur en laat in gedachten het geluid van de Atlantische golven over de rotsen klinken.

(alle foto's zijn zelf genomen maar die van ons vorig bezoek in 2009, zijn iets minder van kwaliteit)

In volgend deel wandelen we verder.  Dan gaan we dichter op de rotspunt en kijken we even naar beneden. Mis het niet, het is prachtig!