De rotstempels van Dambulla
Nog voor onze jaartelling, had Sri Lanka te maken met invallen van de Tamils, een volk uit het zuiden van India. Eén van deze aanvallen leidde tot de inname van Anurahapura. Koning Vattagamani Abhaya vluchtte naar de bergen van Dambulla (102 v.Chr.).
Vanuit zijn schuilplaats, de grotten, veroverde hij de hoofdstad terug. Later leefden monniken in de grotten, die ze zelf hadden uitgehakt. Ze gingen zich daar wijden aan de meditatie en de studie van de boeddhistische geschriften.
Uit dankbaarheid liet de koning de binnenkant van de grotten ombouwen tot prachtige tempels en liet hij hier een klooster oprichten. Het is dan ook logisch te verklaren dat deze plek al eeuwenlang een heilige pelgrimsoord is. In de daaropvolgende eeuwen kregen de monniken regelmatig schenkingen van koningen, die de grotten van nieuwe Boeddhabeelden en schilderijen lieten voorzien. De laatste die dit deed, was koning Kirti Sri Rajasimha (1747-1782) uit Kandy.
De Dambulla Raja Maha Vihara (gouden klooster genoemd) ligt tegen een rotsachtige, 341 m hoge heuvelrug en speelt nog altijd een belangrijke rol. Veel Boeddhabeelden, fresco’s en muurschilderingen die vermoedelijk pas in latere eeuwen werden toegevoegd, werden in 1990 met de steun van Unesco gerestaureerd.
Het tempelcomplex heeft vijf grotten waarvan de meeste door mensenhanden zijn vergroot.
Het klooster is voor het moderne boeddhisme van belang als educatief centrum voor monniken. Op maart 1998 werd hier zelfs geschiedenis geschreven toen na bijna een millennium weer theravada-nonnen werden gewijd.
Na een klim van ongeveer 30 minuten komen we boven aan de rotstempels (korte broek mag niet in de tempels). En zoals bij de meeste tempels, lopen ook hier de makaken rond.
De schoenen zijn al uit, ook buiten de tempel, want hier lopen we op 'heilige' grond.
Bij het binnengaan van deze grotten met stijlvolle portalen lijkt het alsof we een met felgekleurde tapijten versierde tent bent binnenstappen. De plafonds zijn beschilderd met fijnzinnige patronen van religieuze afbeeldingen, die de contouren van de rotsen volgen. Er zijn afbeeldingen van Boeddha, van hindoegoden en verschillende Singalese koningen.
Iedere grot bezit ook een bijzondere collectie aan boeddhabeelden (153 in totaal) en muurschilderingen die ruim 2000 jaar oud zijn. Deze muurschilderingen beslaan een oppervlakte van 2100 m². Er zijn ook een levensgrote beeltenis van de laatste Kandayaanse koning en diverse veel oudere beelden van hindoegoden.
In de eerste grot Devaraja Viharaya (Tempel van de Koning der Goden) zien we een 14 meter lange, in graniet uitgehakte, liggende Boeddha.
De liggende houding en de stand van de voeten duiden aan dat hij op het punt staat over te gaan tot het nirwana. Indien de voeten ongelijk naast elkaar zouden liggen dan zou de Boeddha dood zijn.
De meest trouwe en geliefde leerling, Ananda, zit aan zijn voeten. En even mooi zijn de muurschilderijen.
De tweede grot Mahara Viharaya (tempel van de grote koning) is 52 meter breed en zo de grootste en ook de meest indrukwekkende van de vijf. De wanden zijn versierd met schilderijen. Er staan bijna zestig levensgrote beelden van Boeddha en hindoegoden en ook een sierlijke stoepa.
de foto boven en onder zijn genomen via google
Naast de beelden van boeddha zijn er ook twee standbeelden van Sri Lankaase koningen nl. koning Vattagamani Abhaya en koning Nissanka Malla.
De boeddhabeelden hebben verschillende houdingen. Een vergulde boeddha staat met geheven hand (een beschermend gebaar) onder een makaraboog. Aan de stand van de handen kun je zien wat de boodschap van de Boeddha is.
Het plafond in deze grot is bijzonder mooi. Het is versierd met 1500 kleurrijke taferelen uit het leven van Boeddha, zoals de verlichting of Boeddha’s strijd tegen de duivel Mara. Deze schilderingen dateren uit de 18e eeuw en tonen naast momenten uit het leven van Boeddha ook gebeurtenissen uit de geschiedenis van Sri Lanka. Een schaal in het midden van de tot 7 meter hoge ruimte vangt het heilige water van het rotsplafond op.
De derde grot, Maha Alut Viharaya (Nieuwe Grote tempel) bevat vele Boeddhabeelden en schilderingen die stammen uit de 18de eeuwse regeerperiode van koning Kirti Sri Rajasimha uit Kandy.
Hier zijn naast de 57 bijzondere boeddhabeelden, inclusief een grote liggende boeddha, ook de marmeren-, sandel- en ebbenhouten beelden van de laatste Kandykoning Kirti Sri Rajasingha bijeengebracht.
De vierde rotstempel Pachima Viharaya (kleine grot) bevat een mediterende boeddha, een kleine dagoba in het midden en schilderingen uit de koloniale tijd.
In de kleine dagoba zouden de juwelen van de echtgenote van koning Valagamba bewaard zijn.
De vijfde grot Devana Alut Viharaya is iets nieuwer. Ze deed oorspronkelijk dienst als opslagruimte en werd pas in 1915 met beelden en schilderingen versierd. Ze draagt nu de naam 'Tweede Nieuwe Tempel' en ook in deze grot tref je een grote liggende boeddha, omringd door tien andere beelden van de Boeddha en verschillende wandschilderingen.
Eenmaal buiten - los van de tempels - biedt de rots een schitterend panorama over het omliggende groene land. Het complex ligt ongeveer 160 meter boven de weg. Toen we die weg naar boven aanvatten verwelkomde dit groots gouden Boeddhabeeld (50 m hoog) ons aan de grote weg.
Het beeld staat op het dak van een museum.
Deze Dambulla rotstempels met maar liefst 150 Boeddhabeelden staan sinds 1991 op de UNESCO Wereld Erfgoedlijst.
Er zijn verschillende foto's die genomen zijn via google.
Er mochten foto’s genomen worden in de grotten, maar ZONDER flits om de schilderijen niet te beschadigen. HIerdoor zijn mijn foto's donker en minder zuiver.
Maak jouw eigen website met JouwWeb