Friesland - Sneek

Sneek, een uitgesproken waterstad.

Sneek is een aangenaam stadje met een klein historisch centrum binnen de stadsgrachten. Van de ommuring - aangelegd tussen 1450 en 1550 - is alleen de beroemde Waterpoort bewaard gebleven.

Sneek is al sinds eeuwen een uitgesproken waterstad. Ter Snake lag 'op een landtong' aan de voormalige Middelzee. Tot ver in de 20ste eeuw bepaalden vrachtschepen langs het Groot- en Kleinzand het stadsbeeld. Sneek is ook de stad van het Sneekermeer, de Sneekweek – het grootste zeilevenement van Europa – en van de finalewedstrijd van het skûtjesilen.

Het is een stad met een rijke geschiedenis, fraaie monumenten en verrassende stadsgezichten. Er zijn veel goede restaurants en de stad is een uitstekende uitvalsbasis voor tochtjes over het Sneekmeer en andere Friese wateren.

De Waterpoort

De Waterpoort, die deel uitmaakte van de in 1613 vernieuwde vestingwerken, is uitgegroeid tot het handelsmerk van de stad.

De Waterpoort is het pronkstuk en beeldmerk van Sneek. De poort maakte deel uit van de vesting Sneek (1492). Tussen deze torens kwam een logica met daarboven de poortwachterswoning.

In 1825 verloren de waterpoorten hun functie als nachtelijke stadsafsluiting. Ze bleken bovendien hinderlijk te zijn voor het vaarverkeer. Alleen de Waterpoort bleef behouden.

Het stadhuis

Het oudste deel van het stadhuis, de huidige kleine raadzaal, dateert van 1550. Het 16de eeuwse stadhuis werd in de 18de eeuw voorzien van een pronkgevel in rococostijl.

Grote of Martinikerk

Rond 1300 verrees op de Martiniterp een nieuwe kerk met twee Romaanse torens. In 1498 werd deze vervangen door een laat gotische kerk. De eerste nog behouden Romaanse westbouw stortte in 1681 in en werd vervangen door een nieuwe ingang.

Omdat de kerk opeens geen toren meer had, verrees naast de kerk een klokhuis met twee luidklokken.

Het is geen open stellage maar een planken betimmerd klokhuis.

Kleinzand

De 15de en 16de eeuwse panden langs het Kleinzand waar voornamelijk ambachtslieden woonden, werden in de 18de eeuw verbouwd tot deftige koopmanshuizen.

Fries Scheepvaart Museum

Het museum en de Sneker Oudheidkamer vonden onderdak in een voormalig koopmanshuis. In het museum wordt een beeld gegeven van alle aspecten van de Friese scheepvaart, zowel op zee als op de binnenwateren. Schilderijen, scheepsmodellen, tekeningen, decoraties, instrumenten en gereedschappen roepen de sfeer op van de Friese Admiraliteit. De Friezen leverden belangrijke bijdragen aan de oorlogsvoering ter zee met admiraals als Tjerk Hiddes (zie artikel over Harlingen) en Auke Stellingwerf.

Ik wist eerst niet wat een skûtsje was en voor zij die het ook niet weten ....

'Een skûtsje (Fries voor 'schuitje') is een houten of stalen Friese tjalk gebouwd voor het vervoer van vracht in Friesland. Afhankelijk van het seizoen vervoerden ze mest, terpaarde, aardappelen en andere bulkgoederen. De schipper en zijn gezin woonden aan boord van het skûtsje. Deze zeilschepen werden vanaf de 18e eeuw gebouwd tot circa 1930. De lengte bedraagt 12 tot 20 m. Vanaf de jaren vijftig zijn veel skûtsjes, die inmiddels als woonschip aan de kant lagen, weer in de vaart gekomen. Enerzijds door particulieren die er m.b.v. een kajuit een jacht van maakten, anderzijds door personen of organisaties die ze in meer of minder originele staat weer in de vaart brachten. Zo vinden elk jaar wedstrijden met skûtsjes plaats, het bekende skûtsjesilen.'

Wiuwert

Het was zalig genieten in die mooie, gezellige Friese steden. We rijden terug naar Harlingen maar we stoppen nog eens in Wiuwert. Daar zijn mummies te bezichtigen!

In 1765 kregen timmerlieden die in de grafkelder onder het koor van de kerk aan het werk waren, de schrik van hun leven. Ze troffen in de opengebroken ruimte elf kisten met gemummificeerde lijken aan. Wie de elf overledenen zijn is tot nu toe altijd een raadsel gebleven. De lijken zijn dank zij een bijzondere luchtsamenstelling en vochtigheidsgraad in de kelder niet tot ontbinding overgegaan. Lange tijd heeft men gedacht dat één van de overledenen de beroemde geleerde Anna Maria van Schurman (1607 - 1678) was. Zij trad op latere leeftijd toe tot de labadisten, een sekte rond de Zwitserse predikant Jean de Labadie. De labadisten kenden geen particulier bezit en werden door de kerk beschuldigd van ketterij.

Genoeg voor vandaag ... morgen rijden we verder ...