Mulhouse, het museum van de automobiel

Mulhouse : Musée de l’ automobile

Ten onrechte rijden veel toeristen met een grote boog om Mulhouse (112.000 inwoners).
Mulhouse is al heel lang het industriecentrum van de Elzas.
Maar naast internationaal bekende musea, gewijd aan de geschiedenis van de industrie is ook het centrum mooi. De stad, die de sfeer van een rijke cultuur ademt, heeft ook een overzichtelijk historisch centrum met mooie oude huizen en kleurige gevels en aantrekkelijk restaurants en winstuben.

De stad bezit het meest prestigieuze automuseum ter wereld, een spoorwegmuseum, een behangmuseum, een textieldrukmuseum en het energiemuseum EDF Électropolis.
Wij hebben het centrum van  Mulhouse zelf niet bezocht maar mijn man wou heel graag het automobielmuseum bezoeken.

eventjes terugblikken ...

Dit schitterende museum kent een ietwat ongewoon verleden : een zaakvoerder van een textielfabriek, “Fritz Schlumpf’, is gepassioneerd door Europese luxevoertuigen (1906 – 1992).
Hij had vooral een grote passie voor Bugatti’s, Rolls Royces en Ferrari’s.
Met het fortuin dat hij in het familiebedrijf had gemaakt, kon hij tot 40 modellen tegelijk kopen.
Hij bewaarde zijn schatten achter slot en grendel in zijn spinnerij. Hij had 400 droomvoertuigen opgesteld in een grote hal van 17.000m², verlicht door lampen uit 1900, die replica’s zijn van de lampen op de Pont Alexandre-III uit Parijs.
Bij het instorten van het textielimperium (1977) werden tal van arbeiders ontslagen als gevolg van de crisis, waarop ze de fabriek bezetten.
Het is pas dan, dat ze deze grote schat ontdekken. De collectie wordt aangeslagen en opgekocht door de lokale autoriteiten.

 

In grote hallen staan de opgepoetste bolides nu voor het publiek opgesteld : van rijen oldtimers tot een tiental moderne Formule 1-wagens, waaronder de renault van Alain Prost.
Het aantal Bugatti’s, Bentleys, Panhard-levassors, Arzens en Vuillets is ongelooflijk : een ware lust voor het oog voor autoliefhebbers!

Het museum

De hoofdzaal is het grootste deel van de collectie en telt 243 voertuigen.
Bij de rondgang beginnen we met de oudste modellen (1895 – 1918) waaronder auto’s van Panhard, De Dion, Benz en Peugeot.
Dan volgen klassiekers (1918 – 1938), het jaar waarin de twee grote autobouwers Mercedes en Benz fuseerden, Citroën met de serieproductie van de voorwielaandrijving begon en de Peugeot-fabrieken in Sochaux de deuren openden.


Er zijn ook de moderne auto’s van na 1945, waaronder de zuinige auto’s voor het publiek. Veel modellen kunnen als echte kunstwerken worden beschouwd, zo geraffineerd zijn de carrosserie, de afwerking van de wielen, naven en koppelingen en het ontwerp van de grille.

Nood aan wat afwisseling?
Een Renault uit 1923 starten met een slinger, in een speciale auto over de kop gaan of voor de foto poseren bij een oude racewagen : het kan hier allemaal.
Ook aan de allerkleinsten wordt gedacht : zij kunnen zich in een zijzaal uitleven op het kartingcircuit, terwijl de volwassenen een ritje maken met een simulator.

In de tweede zaal staan racewagens tentoongesteld. Hier staan juweeltjes van merken als Maserati, Porsche en Bugatti ..
Beelden uit de oude doos verheerlijken de hoogdagen van de automobielwedstrijden.

Het laatste deel van het museum vormt het hoogtepunt met de afdeling ‘meesterwerken uit de autogeschiedenis', met prestigieuze auto’s als Delaye type 135 coach of de Rolls Royce Silver Gost, waar luxe en schoonheid in één model verenigd zijn.
Centraal opgesteld staat hier de collectie auto’s van Bugatti, van wie Fritz Schlumpf een groot bewonderaar was. De limousine en de coupé Napoléon van Ettore Bugatti worden beschouwd als de meest prestigieuze auto’s aller tijden.

Dit zijn slechts enkele van de vele foto's die ik maakte.