Bilbao, historische stadskern

In vorig deel zagen we Bilbao als ‘de stad van design’ rond het Guggenheim. Het Bilbao van het Guggenheim heeft velen al verrast, maar ook de bijzondere charme van het oude stadscentrum kan ons niet koud laten. Het is de wijk waar mensen zich vermaken. Het is het Bilbao dat langs de oevers van de rivier is ontstaan, in het jaar 1300. In de historische stadskern klopt een jong hart vol bruisend leven.

We staan een de rechteroever van de rivier ‘Nervión’, vlak voor het Teatro Arriaga (neobarok). Dit rijk versierde gebouw - einde van de 19de eeuw - is het symbool van het plein El Arenal. Het theater is verschillende keren ten prooi gevallen aan branden en overstromingen, maar men is er elke keer in geslaagd om het zo authentiek mogelijk op te knappen.

De achterkant van het gebouw

Links van het plein trekt de Iglesia de San Nicolas de Bari onze aandacht. Hier stond al een kerk in de 14de eeuw. In 1756 werd de kerk volledig heropgebouwd op de oude ruïnes. Deze barokke kerk werd opgedragen aan Sint Nicolaas, patroonheilige van de zeelui.

Op deze rechteroever bevindt zich het Casco Viejo (oude stadscentrum), de meest sfeervolle en typische wijk, maar ook de drukste. Hier komen we in de schilderachtige oude stad met een doolhof van smalle straatjes, kleine winkeltjes, leuke pleintjes en eeuwenoude gebouwen. Te midden van een levendig straatbeeld staat de gotische kathedraal de Santiago (H. Jacobus) en andere kerken en musea.

Het oude centrum vindt zijn oorsprong in de beroemde Siete Calles (zeven straten). Zij vormen het centrale gedeelte, met drukke straten vol heerlijke tapasbars en in het weekend een luidruchtige mensenmassa; toeristen en locals.

Tijdens de siësta staat het overwegend jonge volk buiten te drinken en te eten, te roken en te kletsen. Op de gevels van de rijk versierde huizen zie je vaak fantasierijke wapenschilden of balkonnetjes met zelfgemaakte bloemen.

Die zeven straten die de oorspronkelijke stad vormden komen allen uit op de Mercado de la Ribera. Dit art-decogebouw, werd in 1929 ontworpen door architect Pedro Izpizua.

De ‘verse markt’ is onafscheidelijk verbonden met het leven van de stad. Hier is alles te vinden wat op een markt thuis hoort. Het is dé ideale plaats om verse producten als vis, vlees, groenten en fruit in te slaan.

Door de zijsteegjes komen we op de 19de eeuwse Plaza Nueva (nieuwe plein), riant en met neo-klassieke poortjes.

Onder de bogen aan het grote plein zijn verschillende restaurants, winkels en bars. Dit neoclassicistische plein is omringd door aantrekkelijke terrascafés.

Er vinden vaak festivals of concerten plaats en op zondag is het hier erg druk, dan wordt een planten-, dieren-en antiekmarkt gehouden.

Elke avond is er hier ambiance tot in de vroege uurtjes. Iedereen leeft buiten en geniet.

De vele tapasbars bieden de heerlijkste hapjes aan, een glaasje wijn drinken op het plein, voor slechts 1 euro of een biertje kunnen we ook niet weerstaan

En te midden van dat alles, in één van de zijstraten, staat de Catedral del Señor Santiago (de Santigaokathedraal). De kerk werd gebouwd in de vroege 14de eeuw, toen Bilbao weinig meer was dan een klein vissersdorpje. Pas in 1949 werd de voormalige katholieke kerk tot kathedraal verklaard. Ze dankt haar naam aan het feit dat ze zicht op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella bevindt.

In 1571 verwoestte een brand een groot gedeelte van de kerk. De kathedraal werd herbouwd in haar huidige vorm, met een mix van verschillende stijlen: een renaissancistische achterportiek, een gotische kloostergang. De neogotische façade en de toren dateren uit de 19de eeuw.

We gaan ook even binnen een kijkje nemen ...

Hier in dit deel van Bilbao, logeren wij 2 nachten. Van uit ons hotelraam zien we de bewegin. Gelukkig is het gebouw en de ramen goed geïsoleerd en hebben we ’s nachts geen last van straatlawaai.

In onderstaand restaurant hebben we heel lekker gegeten ..

Of het nu overdag, ’s avonds of ’s nachts is, er is altijd volk in dit stadsdeel. Je hoeft niet raar op te kijken als een groep tafelgenoten tijdens het toetje opeens een deuntje hoort zingen. Dat is nog steeds traditie hier.

Variëteit en kwaliteit zijn te vinden in meer dan 400 handelszaken van elk type : winkels vol met snuisterijen uit vervlogen tijden, tweedehandswinkels, moderne boetieks en naar men zegt 200 eet-en drankgelegenheden.

Elke keer we door de straten wandelen komen een universum van smaken tegen. De zoveel verschillende pintxos zijn ideaal voor een kleine honger!

Op heel vele plaatsen wappert de Baskische vlag !

In volgend deel gaan de andere kant van de rivier verkennen. Dat wordt onze laatste dag van de reis.