Yogyakarta, bekendste straat en het Kraton

De HOFstad Yogyakarta ligt in het hart van Java, iets ten zuiden van de vulkaan Merapi. Deze dichtbevolkte stad telt 650.000 inwoners. Yogyakarta trekt vanwege zijn goede naam jaarlijks veel studenten uit heel Indonesië.

De bezienswaardigheden liggen niet ver uit elkaar, want Yogyakarta is een kleine stad. De becak en andong zijn de meest voor de hand liggende vervoermiddelen.

Becak is de traditionele benaming voor de fietstaxi. Het is een klein voertuig voor een of twee passagiers in een bakje met daarachter de bestuurder. Je zou het zo’n beetje kunnen vergelijken met onze bakfiets. De Andong is een koetsje met een paard.

Jalan Malioboro is de bekendste winkelstraat van Yogyakarta en zeer populair bij toeristen. De straat is naar verluidt vernoemd naar de Engelse gouverneur-generaal Marlborough, in de periode van het Engelse tussenbestuur in Nederlands-Indië van 1795-1818.

Er is eenrichtingsverkeer en vóór de rijen winkels aan beide zijden, staan nog eens zoveel kraampjes waar van alles uitgestald ligt: leren tassen, riemen, schoenen, batik kleding, sieraden, sleutelhangers en nog zoveel meer … De Becak-bestuurders brengen de toeristen maar al te vaak naar hier. Er zit wel een addertje onder het gras. Ze brengen je naar plekken waar souvenirs worden verkocht. Ze krijgen voor elk aangekocht product een klein deeltje van de winst.

's Avonds maken sommige kraampjes plaats voor gudeg-verkopers. Gudeg is een typisch gerecht dat bekendheid verworven heeft in Yogyakarta en ver daarbuiten. Het is een stoofpot met als hoofdingrediënt jonge jackfruit. Die wordt o.a. gekookt in kokosmelk en palmsuiker totdat het kookvocht is verdwenen. Dat proces kan wel 24 uren duren. Door het lange kookproces krijgt de gudeg een donkerbruine kleur. De gudeg wordt geserveerd met verschillende bijgerechten bv. kip, gekookt ei en sambal krecek (sambal gemaakt van o.a runderzwoerd).

Als je in Yogyakarta bent, moet je dit geproefd hebben. Het is dan ook niet vreemd dat Indonesiërs de stad ook wel 'Kota Gudeg' of stad van de gudeg noemen.

De locals openen hier hun eethuisjes, de lesehan. Je zit op rieten matjes en krijgt je bestelling (de gudeg) geserveerd aan lage tafeltjes

Het is hier altijd erg druk. Wil je meer rust ga dan verder zuidwaarts van deze toeristische heksenketel. Daar zien we een andere kant van Yogyakarta.

Ten zuiden van de Jalan Mailioboro ligt de noordelijke alun-alun, die als de voortuin geldt van het Kraton Ngayogya Hadiningrat.

De kraton (paleis van de Sultan) is een oase van rust en straalt een sereniteit uit, die velen tot fluisteren beweegt. Het werd gebouwd in de periode 1756 tot 1790 door Sultan Hamengkubuwono I. Het Javaanse woord kraton (Keraton of Karaton) is te herleiden tot het woord ke-ratu-an, d.w.z. de plaats waar de koning/koningin woont.

Sultan Hamengkubuwono IX, verklaarde na de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië dat het sultanaat onderdeel uit zou maken van de Republiek Indonesië. Daarmee koos hij partij voor de jonge Republiek, en tegen de Nederlanders. Tot de officiële onafhankelijkheidsoverdracht in december 1949 was Yogyakarta ook de hoofdstad van de republiek. Deze sultan werd na de onafhankelijkheid vicepresident in 1951. In 1989 kwam Hamengkubuwono X op de troon. Hij is tevens gouverneur van het gebied.

Nu nog wordt het politieke hart van Yogyakarta gevormd door het Kraton, ofwel het paleis van de sultan. De macht van de Sultan is nu puur symbolisch en beperkt zich dan ook tot zijn eigen paleis met zijn dienaren. Daarmee is de Kraton niet langer meer de zetel van macht, maar herbergt het de vorstelijke erfstukken, wapens, koetsen en geschenken van koninklijke gasten. Tevens is er een museum opgedragen aan de overleden Hamengkubuwono IX.

Als toerist kunnen we een kijkje nemen binnen de paleismuren, dat voor een groot deel is ingericht als museum. Er zijn oude foto’s en gebruiksvoorwerpen te bewonderen, maar ook de architectuur die hier en daar Nederlandse invloeden heeft is te bewonderen. Het Kraton is regelmatig het toneel van culturele voorstellingen, waaronder dans, zang en poëzie.

Elke toegang, gebouw, binnenplaats, boom en veld van het kraton heeft een specifieke symbolische betekenis. Het spirituele centrum van de kraton is de Pelataran Kedaton, de 'koninklijke binnenplaats'. De ingang tot de Pelataran Kedaton wordt bewaakt door 'twee grijnzende zilveren reuzen'. Deze beelden zijn hemelse bewakers, gemaakt naar het voorbeeld van de grote dwarapala figuren die bij de ingang staan van de Candi Sewu net buiten Yogya.

 

We worden bij het binnenkomen onthaald op een licht-en schaduwspel.

Er worden in de Pagelaran bijna dagelijks dans- en gamelanvoorstellingen gegeven.

Gamelanvoorstelling

We wandelen op de koninklijke binnenplaats

De paleis'gids' verwent ons met boeiende informatie, vaak met grappen doorweven en met veel linken naar het verleden met Nederland.

Hij demonstreert hoe vroeger werd geseind naar het dorp - via deze tamtam.

Het meest imposant vind ik de Bangsal Kencono (de gouden troonzaal) op de grote koninklijke binnenplaats. Het wordt ook de pendopo genoemd, de audiëntiehal met 64 pilaren. Deze pilaren symboliseren de perfectie, namelijk de leeftijd van de profeet Mohammed. Het Italiaanse marmer, de klassieke pilaren, de kroonluchter en het rococomeubilair passen wonderwel in deze Javaanse omgeving. In de architectuur en ornamenten zijn vele symbolische elementen verwerkt. Zo stelt het dak van de pendopo, de heilige berg Meru, de spil van de kosmos, voor.

(Pendoppo geeft beschutting tegen zon en regen en heeft de functie van een dak. De Nederlandse schrijver Multatuli beschrijft in zijn boek Max Havelaar de pendoppo als een breedgerande hoed, een paraplu of holle boom).

Achter de Bangsal Kencono ligt de Bangsal Proboyekso, waar de heilige pusaka oftewel de kroonjuwelen worden bewaard.

In dit gebouw mogen we geen foto’s nemen.

De Bangsal Kencono en de Bangsal Proboyekso vormen samen het hart van het paleis en zijn de enige gebouwen die gericht zijn naar het oosten, de richting van de macht en de opkomende zon.

De Kraton bestaat niet alleen uit het paleis, maar ook een stad, compleet met scholen en moskeeën behoort tot het complex. Hier wonen ruim 25.000 mensen. Binnen het complex is ook de vogeltjesmarkt en het Waterpaleis te vinden. (zie volgend deel)

 

Aan de overkant van de straat ligt Fort Vredeburg, een in 1756 gebouwd Nederlands fort gebruikt voor militaire doeleinden.

Tegenwoordig is hier een museum gevestigd waar bezoekers meer te weten kunnen komen over de geschiedenis van de Indonesische onafhankelijkheid.

Via diorama's ontdek je welke rol de Nederlanders en Japanners hebben gespeeld in de bewogen Indonesische geschiedenis.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Vredeburg_(Indonesi%C3%AB)