Spice Gardens tussen Dambulla en Kandy

Marco Polo is een naam die zeker noemenswaardig is, wanneer we het hebben over specerijen. De zeeroute naar India werd voor het eerst gevonden door Vasco da Gama. Hij keerde terug met een schip vol met nootmuskaat, kruidnagel, kaneel, gember en peper. In de 17e eeuw vertrokken vanuit Nederland schepen, richting Azië. Ze werden uitgezonden door de Verenigde Oostindische Compagnie om specerijen te halen. Er waren uiteraard risico’s verbonden aan die overtocht. Maar een groot deel van de westerse zeevaarders kwamen ongedeerd terug naar de thuishaven met hun laadruimten vol met exotische en welriekende kruiden uit Sri Lanka.

Deze ingrediënten, vroeger exotisch en bijna onbetaalbaar, zijn nu in de hele wereld voor lage prijzen te koop. Het zijn producten waar we veelvuldig gebruik van maken, in elk restaurant of thuis in de eigen keuken. Ze zijn uit onze cultuur niet meer weg te denken. En ook onze gezondheid profiteert van planten die in Sri Lanka worden verbouwd en gebruikt voor medicinale doeleinden. Ik denk aan de zalven, poeders, oliën die al 3000 jaar in de (Indische) ayurveda-geneeskunde gekend zijn.

Bij onze reis door Sri Lanka kunnen we veel van die ingrediënten, in hun oorspronkelijke vorm, zien en ruiken in de kruidentuin.

Betoverende geuren

Op de weg van Dambulla naar Kandy wordt het landschap heuvelachtiger en dichter begroeid. Dankzij het aangename klimaat en de vruchtbare bodem gedijen in deze omgeving tal van tropische voedingsgewassen. Vooral in dit gebied worden veel specerijen gekweekt. Langs de weg zien we heel veel spice gardens. Ze zijn met hun mooi aangelegde perken vol kruidnagel-, amandel-, cacao- en andere bomen en exotische planten, zeker een kijkje waard.

De gids staat al klaar om, samen met ons, de Paramount Spice Garden in Kawdupella te bezoeken. De rondleiding in een kruidentuin laat ons niet alleen kennis maken met alledaagse kruiden, maar ook met de nogal exotische planten waar ze van afstammen: kaneelbast of amandelboom, citronellagras, peperstruik, gemberwortel, vanillestokjes, kruidnagelblaadjes, sandelhout, mosterdzaad of aloë.

We zien cacao in zijn ware gedaante: als een boomvrucht die pas door drogen tot poeder wordt herleid.

én de kruidnagelboom

Lange tijd was kaneel (een van de oudste specerijen) aan Europese vorstenhoven bijzonder geliefd. In de 17de eeuw verwierf de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), een monopolie op kaneel uit Ceylon. De twee tot drie jaar oude takken worden regelmatig gekapt voor de oogst (vandaar dat er op de plantages geen hoge bomen staan).

Foto kaneelboom komt uit https://www.anthemis.nl/aroma/kaneel.htm

Nadat de bast is geschild, wordt deze in de zon te drogen gelegd, daarbij rolt hij geleidelijk op tot pijpkaneel (onderste potje op de foto).

Bij een bezoek aan een specerijentuin leren we ook dat curry, de basis van de keuken van Sri Lanka, iets heel anders is als de bij ons bekende kerrie. Niet de gele kruidenmix uit het kruidenzakje vormt de basis van de Sri Lankaanse gerechten. Het is een onopvallend groen blad van een struikje karapincha, dat alleen in Sri Lankaanse en Zuid-Indiase curries gebruikt wordt. Het kerrieblad (kari patti, kara pincha, rampa) zorgt niet voor de pikante smaak maar wel voor het typische kerriearoma

foto genomen van rasakama.wordpress.com

Van het curryblad en nog zo’n twintig andere ingrediënten, zoals zwarte en groene pepers, koriander, saffraan, gember, tamarinde, kummel, kurkuma, kaneel en kruidnagel, wordt een geurige currypasta gemaakt.

Heb je interesse in het zelf maken van een lekkere Sri Lankaase curry, lees dan : Vijf currys uit Sri Lanka

foto 'gemberstruik'

Rubber is een typisch product van een ontwikkelingsland. Het wordt voornamelijk gewonnen uit de Hevea brasiliensis, het voornaamste familielid van de rubberbomen. Rubbertappers, uitgerust met V-vormige tapmesjes, snijden langs vaste lijnen bast weg. De latex, het melkachtige sap waaruit rubber wordt gewonnen, sijpelt hierna uit de boom en wordt in speciale kokosnoot-bakjes opgevangen.

Sri Lanka exporteert voornamelijk ruwe rubber, dat wil zeggen natte rubber (latex) en droge rubber. Het eerste is dus het geconcentreerde sap van de rubberboom, terwijl het tweede de grondstof is die met behulp van chemicaliën tot harde rubber wordt verwerkt. De geïndustrialiseerde landen verwerken de ruwe rubber tot allerlei producten. De belangrijkste afnemer van natuurrubber is de bandenindustrie.

Iets waar Sri Lankanen dol op zijn, is betelklauwen. Op een betelblad worden kalk, gemalen stukjes betelnoot, pruimtabak en wat kruiden gedaan zoals, kruidnagel, kardamon en noormuskaat. Van het geheel wordt een pakketje gemaakt waarop men kauwt. Veel ouderen kauwen wel 40 betelbladeren per dag. Ze zweren bij de 'rustgevende' werking. Wie betel kauwt krijgt rood- of zelfs zwartgekleurde lippen, om maar te zwijgen van het risico op kanker.

Specerijen dienen niet alleen voor het kruiden van gerechten. Er is bv. vidyadi modakaya, een middel dat Srilankaanse mannen ook tegenwoordig nog als afrodisiacum gebruiken. Hiervoor wordt een beetje gember, karnemelk en een snuifje cannabis gemengd. ’s Morgens en ’s avonds een eetlepel innemen met warme koemelk doet wonderen, vertelt onze gids en hij heeft zes kinderen :-)

In de meeste kruidentuinen zijn cocastruiken (cocaïne) en cannabisplanten aangeplant. Maar die zijn er alleen ter demonstratie.

 

Veel vruchten en bloemen dien je met voorzorg te gebruiken. Sommige ervan zijn ronduit giftig na rijping of na het toedienen in een mengeling. Zo kan een jonge ananas bij zwangere vrouwen een afdrijvende werking hebben.

Andere planten hebben een totaal ongevaarlijke, maar niettemin betoverende werking. De aroma’s van sandelhout, jasmijn, frangipanne (plumeria), lotus en rozen worden hier in parfums, badoliën of wierookstaafjes verwerkt.

Flesje met sandelhoutolie (foto boven, rechts)

 

De wandeling langs de kruiden was leuk en leerzaam. We hebben echt genoten van het zien van de planten en leerden over het gebruik van kruiden, zowel voor voedsel en medicijnen. Na de rondleiding worden we meegenomen naar een plek waar allerlei flesjes, poedertjes en medicijnen staan. Veel tuinen beschikken over een kleine ayurvedische 'toverkeuken'.

We krijgen een verse kruidenthee en ... onmiddellijk daarna volgt de 'verkooptechniek'.

Er worden geen culinaire recepten en keukentips meegegeven. Hier krijgen we alle mogelijke middeltjes van kruidendokters aangeboden. Er zijn oliën en kruidenwijnen tegen zenuwinzinkingen, spataders, overgewicht, cellulitis en zoveel meer te koop aangeboden.

- het poeder van kruidnagelblaadjes komt goed van pas bij tandenpoetsen

- kruidnagel helpt tegen kiespijn

- acne verdwijnt met een mengsel van sandelhout en aloë

- olie gemaakt van kerriebladeren, aubergine en koningskokosnoot helpt tegen migraine en haaruitval.

 

Wie het wenst kan genieten van een gratis 10-minuten massage met verschillende kruiden en tonics. Ik ga voor een hoofdmassage en Rik voor de rugmassage.

Natuurlijk is hun bedoeling om ons na een massage de winkel in te lokken en spullen te laten kopen waarvan ik nog niet het gevoel heb dat een daarvan werkt.

Om de heilzame werking van een bezoek aan hun kruidentuin nog wat kracht bij te zetten leggen ze graag bestelbonnen en dankbrieven uit de hele wereld voor. Niemand is verplicht om iets te kopen. Het is ongevaarlijk maar wel aan de dure kant. Op de markt komen wij dezelfde producten tegen en daar bleken de prijzen veel minder te zijn.

Laat je niet misleiden door sentiment .. een gewaarschuwd mens ....

Wij geven een fooi aan de gids van de tuin en keren met een tevreden gevoel terug.