Een ritje in de Vlaamse Ardennen
Na onze fietstocht in de Zwalmstreek, maken we een toer door de Vlaamse Ardennen.
Ten zuiden van Gent loopt het vlakke landschap langzaam over in een heuvelend gebied.
De Vlaamse Ardennen vormen wellicht het meest schilderachtige deel van het west-oost verlopend heuvelland. Het is niet alleen een uitstekend parcours voor Vlaamse wielerwedstrijden, maar het is ook één van de schilderachtigste streken van Oost-Vlaanderen. De vele pittoreske dorpjes, verscholen in de valleien, zijn erg geliefd. De beboste heuvels lokken natuurminnaars, wandelaars, sportlui en ja, waarom ook niet auteurs en dichters, die de Vlaamse Ardennen in alle toonaarden hebben bezongen.
In deze prachtige regio van België, maak je kennis met de rijke geschiedenis van Oudenaarde, de verborgen schatten van de Zwalmstreek (zie vorig artikel), de “Muur” en de mattentaarten van Geraardsbergen, de unieke archeologische vondsten van Zuid-Oost Vlaanderen, het historisch belang van Ename en de textielstad Ronse met zijn ‘muziekbos’.
Berchem
Berchem is een fusiegemeente van Kluisbergen, toch behield deze gemeente haar eigen karakter. Haar schilderachtige ligging aan de voet van de Vlaamse Ardennen en aan de oevers van de schelde, maken Berchem tot een ideaal uitgangspunt voor daguitstappen te voet, met de fiets of de auto.
Etikhove
Etikhove geniet bekendheid omwille van het centrum voor kunstambachten. In het dorp woonde geruime tijd een kunstenaarskolonie. De kunstschilder Valerius de Saedeleer verbleef hier van 1921 tot 1937.
Ook de dichter Paul van Ostaijen (1986-1928) woonde en werkte hier, net zoals nog anderen. Etikhove heeft altijd een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op kunstenaars.
In 1972 werden in een voormalige herberg fresco’s uit de jaren twintig ontdekt. Vanwege het ludieke karakter van deze fresco’s, waarbij plaatselijke toestanden gehekeld werden – en soms met erotische inslag – werden ze overschilderd of beplakt.
Nu is de vroegere herberg met interieur sinds 1978 beschermd, maar alle ‘artistieke’ sporen werden wederrechtelijk verwijderd. Het café werd een kapsalon.
Kluisbergen
Dankt haar naam aan de ‘Kluisberg’, met 144 m één van de hoogste punten van de Vlaamse Ardennen. Van op de kluisberg heeft men een uniek vergezicht over de streek, die in 1890 voor het eerst, door de auteur en dichter Omer Wattez, ‘Vlaamse Ardennen’ werd genoemd.
Zijn collega en tijdgenoot ‘Herman Teirlinck’ was het met deze benaming niet eens en vond het overdreven.
Als jullie, toeristen, bij mooi weer, geniet van dit panoramisch uitzicht, dan kan je over de gebruikte benaming zelf oordelen.
Op de top van de kluisberg staat een ronde toren, sommigen beweren dat hij vroeger bij een kapel hoorde. Maar meer waarschijnlijk is dat het een vroegere graan- en oliemolen was. Momenteel is hij in gebruik als uitkijktoren, compleet met oriëntatietafel. Het is de "Hotondmolen", waarvan alleen de romp behouden is gebleven. Wie de molentrap beklimt, wordt beloond met een panorama van de omgeving en de Kluisberg
Bij wandelaars en vakantiegasten is de Kluisberg, met zijn dennenbossen zeer in trek. Doorheen het ‘Kluisbergbos’ (120 ha) slingeren een aantal gemarkeerde wandelpaden.
Er is ook een groot recreatieoord met openluchtzwembaden, een kinderspeeltuin, zonne- en speelweiden, een verblijfscentrum en een overdekt sportcentrum.
Van Kluisbergen naar Kwaremont is slechts een kleine wandeling. Wegwijzers zijn niet nodig – men kan zich richten op de witte Sint-Amandskerk ( uit 1787)
Kwaremont
Kwaremont : quadrus = vierkantig / en mons = berg
Dit is eveneens een kunstenaarsdorp. Het is ontstaan als een Gallo-Romeinse nederzetting. Hier werden Gallo-Romeinse begraafplaatsen met aardewerk en muntschatten gevonden (middelste foto)
In het wielermilieu is de 'oude Kwaremont' een begrip! In de Ronde van Vlaanderenstraat staat een gedenkteken voor sportjournalist en –promoter Karel Steyaert.
In het dorp vestigden zich sinds de Tweede Wereldoorlog heel wat schilders, glazeniers en andere plastische kunstenaars ( G. Cosijns, J. Oosterlinck, R. Vercruysse en glazenier M. Leenknecht)
Kwaremont bezit verschillende grote, gesloten, alleenstaande hoeven.
Louise-Marie
Louise-Marie ontstond in 1851 en werd genoemd naar de eerste Belgische koningin, Louise-Marie d’ Orléans, omdat de eerste verjaardag van haar overlijden samenviel met de eerste steenlegging van de neogotische dorpskerk.
Onder de ‘Spichtenberg’ loopt een 450 m lange spoorwegtunnel tussen het dal van Ronse en de Scheldevallei. De tunnel werd gegraven in 1862 en bleef tot de bouw van de Antwerpse Kennedytunnel ‘de’ enige spoorwegtunnel in Vlaanderen.
Op de 40 m hoge “Muziekberg” bieden de uitgestrekte, lommerrijke bossen volop gelegenheid tot wandelen.
Toen ik klein ... en later tiener was, gingen wij met de jeugdbeweging op kamp in het Louise-Marie en we deden bosspel en allerhande activiteiten in het ‘muziekbos’
Ronse
Ronse verkennen is heel eenvoudig, want alle bezienswaardigheden van Ronse liggen binnen een straal van 500 meter. Er zijn 3 bezienswaardigheden waarvoor een inkomprijs moet betaald worden : de crypte – het textielmuseum en het museum voor folklore.
Op de Grote Markt staat de mooie, sinds 1959 beschermde obelisk, met een dubbelkoppige arend.
Ronse was reeds tijdens de Romeinse tijd bewoond. Een bewijs is de St-Hermescrypte (die dateert van 1089). De 32 zuilen maken de ruimte indrukwekkend. Er is een rijke verzameling van Romeinse, Byzantijnse en middeleeuwse archeologische vondsten.
In het mooie huis naast de kerk bevindt zich het folkloristisch museum.
Het muziekbos (zie Louise Marie) komt tot in Ronse op het domein Fiertel, aan de voet van de Muziekberg, bevinden zich een jeugdherberg, de bivakhoeve Lorette en een camping met terrasbouw.
Op drievuldigheidsdag, de zondag na Pinksteren is het hier één groot feest. Dan trekt de Fiertel- of de Sint-Hermesommegang voorbij : het reliekschrijn van de heilige wordt dan over een afstand van 32,6 km meegedragen
Van eind 19de eeuw tot 1960 kende Ronse een bloeiende textielnijverheid. Na 1960 ging te textielbranche achteruit door de concurrentie van Engeland. Een andere oorzaak was de ‘berusting'. Het textielmuseum wil zijn geschiedenis levendig houden met ‘nog in werking zijnde’ machines.
Oudenaarde
Oudenaarde is de tweede kunststad (naast Gent) van Oost-Vlaanderen. Het is gelegen aan de oever van de schelde en de geschiedenis gaat terug tot het jaar 900.
Oudenaarde was in de middeleeuwen een bloeiende plaats met veel uitstraling. Het genoot toen grote roem om haar wandtapijten. Samen met Gent en Doornik herbergt oudenaarde de mooiste getuigenissen van de zgn. Scheldekunst. Tegenwoordig is de stad een centrum van industrie.Er staan textielfabrieken en brouwerijen.
Het bruine bier van Oudenaarde is beroemd en tijdens het laatste weekend van juni heeft hier het bekende Adriaan Brouwerfeest plaats, hét grote gebeuren in het teken van bier.
Bezienswaardigheden :
De grote markt wordt gedomineerd daar het prachtige stadhuis. De flamboyante gotiekstijl sluit aan bij de stadhuizen van Brussel en Leuven en blijft een van de fraaiste voorbeelden van bouwkunst in ons land. De voorgevel rust op 7 bogen en in het midden ervan verrijst een vooruitstekende 40 m hoge toren. Op de toren schittert “Hanske de krijger”, een met bladgoud belegd bronzen beeld uit 1530,dat een Spaanse krijger voorstelt.
Aan de achterkant van het stadhuis en hiermee verbonden staat de vroegere “lakenhalle”. Het dakgebinte ziet eruit als een omgekeerde scheepskiel. In de schepenzaal hangt een prachtig doek van Adriaan Brouwer met het portret van Margareta van Parma. Adriaan was zoon van de streek en schilder van het Vlaamse boerenleven. Men kan in het museum genieten van prachtige schilderijen van plaatselijke kunstenaars.
Ook het tapijtmuseum is een bezoekje waard! Wie houdt van een mooi wandtapijt kan hier volop genieten van schoonheid.
De Koninklijke fontein voor het stadhuis is een gift van Lodewijk XIV.
Het Margareta van Parma-huis bevindt zich ook op de markt. Het is een mooie XVI-de eeuwse woning met gevelspitsen en trapdakvensters.
Er naast is de Boudewijntoren, een zeldzaam voorbeeld van een Middeleeuwse, stedelijke patriciërstoren. Zuiver en alleen gebouwd als prestige, een getuigenis van de hoogmoed van de stedelingen.
Daarnaast is een nieuwbouw die het unieke fietsenmuseum huisvest – niet moeilijk, we zitten in het centrum van de “Ronde van Vlaanderen”.
De gotische Sint-Walburgakerk heeft een beiaard met meer dan 15 ton beiaardklokken en 5 ton kerkklokken! Oudenaarde is fier als eerste in de Nederlanden een beiaard te hebben gehad.
Het O.L.Vrouw ziekenhuis, het liedstkasteel, abdij, begijnhof en nog zoveel meer kan je ontdekken op : http://www.oudenaarde.be
Gastronomische specialiteiten zijn : konijn bereid met Oudenaards bier en Adriaan brouwertaartjes en ‘lekkies’ (of spekkies)
Geraardsbergen
Sommigen beweren dat Geraardsbergen niet meer in de Vlaamse Ardennen ligt.
Inderdaad het ligt aan de Dender (Denderstreek), maar de typische getuigenheuvels zijn er nog. En ze zijn niet te onderschatten. Wanneer je in het centrum van Geraardsbergen wandelt of rijdt dan zal je geconfronteerd worden met hellingen van 20%.
Als je in Geraardsbergen komt is het wel moeilijk om het vergulde Heilig Hartbeeld over het hoofd te zien. Het is niet toevallig dat het lijkt de stad te omarmen. Het beeld werd er na 1918 opgericht omdat Geraardsbergen gespaard bleef van bommenregens.
Tegenover het stadhuis staat de beschermde Marbol (of marktbron) de gotische fontein
Muur, Mattentaart en Manneke Pis : dat is het bekendste drietal van Geraardsbergen.
Muur: fietsers en wielrenners uit alle windstreken en landen kennen 'de Oudenburg', die met 110 m eigenlijk niet zo hoog is. Maar Flandriens weten dat de helling uitzonderlijk venijnig is – een kuitenbijter!
Op de top van de Oudenburg staat de O.L.Vrouwkapel, van hieruit heeft men een mooi uitzicht. Het is op de Oudenberg dat ieder jaar een volksfeest plaats heeft : gekend onder de naam “Krakelingenworp” en “Tonnekensbrand”.
De notabelen, geestelijken en andere prominenten klimmen de berg op en drinken uit een antieke zilveren schaal, waar visjes in zwemmen – de vis moet levend ingeslikt worden.
Dan wordt er van op een verhoog ongeveer gedurende een half uur duizenden ‘krakelingen’ geworpen.
En ’s avonds wordt dan een pek-ton in brand gestoken – op een hoge paal.
Alleen in Geraardsbergen kan men de enige, echte “Mattentaart”, een middeleeuwse streekspecialiteit eten.
Het echte recept wordt niet prijsgegeven, alleen weten we dat gestremde melk, eieren en suiker de hoofdbestanddelen vormen.
Nog enkele musea: sigarenmuseum, lucifermuseum, Manneke Pis museum, Concordiamuseum, stuwdam van de Dender
Nog enkele mooie plekjes in de Vlaamse Ardennen zijn : Maarkedal (aan de Maarkebeek) - Melden - Nukerke - molenaarsdorp, Schorisse – eveneens een kunstenaarsdorp Zulzeke
Maak jouw eigen website met JouwWeb