Oude Moorse wijk El Albaicin en zigeuners van Sacromonte

We stappen naar de Plaza Nueva om bus 35 te nemen, richting 'El Albaicin' en 'Sacromonte'. Het wordt een rit naar boven en dan door de nauwe steegjes. Sacromonte en El Albaicin liggen op een heuvel recht tegenover het Alhambra dat met de wijk verbonden is via een aantal bruggen over de rivier Darro.

Hier op de heuvel is het Moorse verleden voelbaar. Albaicín is de oude Arabische wijk van Granada, een paar honderd jaar ouder dan het Alhambra zelfs. De imposante resten van de stadsmuur, die al uit de 13de eeuw stamt, liggen vlak langs oude Moorse huizen en waterplaatsen. Deze wellicht best bewaarde Moorse wijk van gans Andalusië werd in 1994 op de Unescolijst van Werelderfgoed geplaatst.

Vóór de verovering van Granada, door het katholieke koningspaar, waren er een dertigtal moskeeën in de wijk gevestigd, teken van de Moorse overheersing. Later werden op de plek van de meeste van deze moskeeën, kerken gebouwd.

De Santa Ana-kerk die als vanzelfsprekend op de grondvesten van een moskee werd gebouwd. De klokkentoren was vroeger de minaret.

De straatjes kronkelen naar willekeur. We wandelen door een wirwar van nauwe steegjes, trapjes, witgekalkte huisjes en romantische pleintjes.

Langs de smalle klinkerstraatjes staan cármenes, dat zijn villa’s met Moorse versieringen en tuinen, van de wereld afgesloten door hun hoge muren.

Ik kan het niet laten om snel eens te loeren naar de verscholen patio’s. De ooit schitterende villa’s met binnentuinen, kijken terug op een roemrucht verleden en veel van de gebouwen kunnen wel een restauratie gebruiken.

 

De wijk Albaicin is verdeeld in beneden- en bovenwijk Albaicín.

Beneden Albaicin

De mooie plekjes, in beneden Albaicin, doen ons aan de Islamitische oorsprong herinneren. Dankzij de Darro rivier die hier doorstroomt, is het een van de vele plekjes die van Granada een zo bijzondere stad maakt.

We komen langs een stuk van de Paseo de las Tristes, een langgerekt terras met aan de overkant de diepe, door de rivier de Darro uitgesneden, kloof.

 

Het lager gelegen Albaicin wordt, na jaren van verval, opgevrolijkt door tientallen Marokkaanse boetiekjes, theehuizen en restaurantjes.

Heel vaak prijkt op vele plaatsen geen tapas op de menukaart, maar shoarma. Of je eet een Arabisch menu met mezze (voorgerechten) en tajines (stoofschotels) – héél lekker.

Het is ook leuk kuieren door de straatjes met typische islamitische winkeltjes.

Wij blijven hier niet tot de avond. Blijkbaar heerst dan een ruiger sfeertje. Rondscharrelende Marokkanen prijzen vrij openlijk de ‘kief’ aan (hasj aangevoerd uit het Rif-gebergte). Het wordt ‘graag’ geproefd door de veel studenten die Granada rijk is. Eigenlijk is er een zekere ironie: het vroegere islamitische hart, wordt na eeuwen weer stilletjesaan het domein van de Noord-Afrikaanse immigranten.

 

Een goede indruk van het rijke Moorse leven biedt het archeologisch museum dat is gevestigd in het renaissancistische paleis Casa de Castril.

 

Boven Albaicin

We wandelen tot helemaal boven naar de ‘Plaza de San Nicolas’. Hier staat de Iglesia de San Nicolás. Het plein is een prima plek om tapas te eten of te kijken naar de muziekstudenten die er flamenco oefenen en sieraden verkopen.

Er zijn maar weinig mooiere uitzichten denkbaar dan vanaf hier. De Mirador San Nicolás biedt het beste panorama over de stad Granada en het Alhambra (op de andere heuvel).

Er zijn maar weinig mooiere uitzichten denkbaar dan vanaf hier. De Mirador San Nicolás biedt het beste panorama over de stad Granada en het Alhambra (op de andere heuvel).

Als je hier ’s avonds staat en de geur van jasmijn de lucht bezwangert, is het zalig. Het uitzicht over de daken, met het Alhambra in de zonsondergang op de achtergrond, is betoverend. Maar opgelet, deze plek is ook populair bij zakkenrollers en jongens met brommers die vliegensvlug je rugzak meeepikken.

Ondertussen is er ambiance op het plein: een 'niet meer zo jonge dame', doet een poging om een flamencodansje te maken en tegelijk de castagnetten te bespelen. De man erbij bespeelt de gitaar en zingt. Hij heeft een heel mooie stem. Als een groep toeristen voorbijkomt, gaat de ‘flamenco-dame’ volledig uit de bol … ze heeft succes! En als haar kunsten voorbij zijn, wordt natuurlijk verwacht dat er een fooi gegeven wordt. Ze probeert ook castagnetten te verkopen. Ze zijn erg goedkoop maar niet veel waard, niet authentiek.

Real Chancillería

De kanselarij werd gebouwd in opdracht van de Katholieke Koningen.

De steile straten in het Albaicin vormen een waar labyrint. Veel straatnamen beginnen met Cuesta, wat helling betekent.

 

Sacramonte

Het is jammer dat de tijd gaat zo snel gaat. Wij dalen de heuvel af en komen langs een andere wijk. Sacromonte is een stadswijk met roots in de middeleeuwen. De wijk werd op catacomben gebouwd, die teruggaan tot de mijnbouw in de Romeinse tijd. In de 15de eeuw werd de wijk door een grote groep Spaanse zigeuners (gitano’s) overspoeld. Ze hakten stukken uit de heuvel en dit leidde tot de typische grotwoningen waar de wijk nu om bekend staat. De grotwoningen hebben vaak slechts twee of drie kamers. In het bovenste gedeelte van Sacromonte zijn de best bewaarde grotwoningen te bezichtigen. Vanuit dit gedeelte van de wijk heb je ook een geweldig uitzicht over Granada. De gitano’s stonden in Granada niet alleen bekend om de typische grotwoningen, maar ook om de flamenco. Reizigers als Washington Irving maakten daar spontane uitbarstingen van flamenco mee.

Foto's van cueva's (grotwoningen)

Sacromonte is nog altijd zo wat een aangenaam rafelige rand van Granada, hier is weinig opgepoetst. De bewoners leven er op de stoep voor hun deur en ’s avonds schalt de 'zambra' (Granada’s flamenco met veel Arabische invloeden) uit de grotwoningen. De 'zambra mora' is een combinatie tussen de traditionele flamenco en de sensuele Arabische buikdans. Het is een bruidendans met een diepgeworteld verleden dat terug gaat tot de tijd van de Moren.

Overdag is deze oude zigeunerwijk deels verlaten, maar hier en daar zijn er nog cuevas (grotten) en casas-cuevas (grotten met bijkomende muren en een gevel om zo de woonruimte te vergroten) te zien. De grotten hebben nu vaak een toeristische functie gekregen. Het leukste is om deze wijk ’s avonds te bezoeken. Als je enigszins geïnteresseerd bent in dans of de volkscultuur van Sacromonte, dan mag het bijwonen van zo'n karakteristieke dans eigenlijk niet ontbreken.

Er worden ’s avonds voor de toeristen nog flamencoshows gegeven van wisselende kwaliteit. De zigeuners in Sacromonte hebben het niet gemakkelijk. Veel reisgidsen waarschuwen voor de commerciële flamenco-concerten in deze buurt. Het is waar dat op sommige plaatsen flamencomuziek gespeeld die niet altijd even origineel en bijster geslaagd is. Let dus goed op als je de wijk gaat bezoeken en je je laat meeslepen door het gitaargetokkel en de aanlokkelijke ogen van de danseres. De mogelijkheid bestaat dat zij het vooral op de inhoud van je portemonnee gemunt hebben. Illegaal is dat natuurlijk niet. Het staat iedereen vrij geld te vragen voor wat muziek, een dans, een glas sherry en castagnettegeklepper

 

Maar het is niet helemaal terecht om de wijk alleen maar te beschouwen als 'tourist trap' (toeristenval). De kwaliteit verschilt van grot tot grot. Het beste is om zelf een 'cueva' uit te zoeken, zonder tussenkomst van de reisagenten in het centrum van de stad, die meestal de duurdere plekken aandoen. De wijk is niet groot en je vindt er snel je weg.

Een bekende plaats is de 'Cueva de Curro'. Op de foto’s in deze grot zie je hoe Curro hier Bill Clinton ontving én koning Juan Carlos en zijn vrouw. Curro is er trots op, maar de foto’s van de fameuze flamencosterren zoals Mario Maya en Rafael Romero zijn net iets groter en opzichtiger opgehangen.

 

Nog twee andere bekende muziekclubs in Granada zijn Eshavari, met jazz en flamenco en Upsetter, een club in een grot die uitstekende flamenco van nog onbekend talent brengt.

Geniet van een optreden in 'El Cueva de Curro’.

Zelf flamenco leren spelen – en dansen – kan in Carmen de las Cuevas, een oud Moors paleis aan de rand van Sacromonte. De lessen worden in de nabijgelegen grotten gegeven.

 

Na deze mooie dag gaan we moe, maar voldaan naar het hotel. Morgen wacht een nieuw avontuur.