Rumbeke: een bos, een kasteel en de herfstzon

Vrijdag 9 november 2018: het wordt de laatste mooie herfstdag (als we de weerberichten mogen geloven). Binnen blijven is dus geen optie. We gaan wandelen in het Sterrebos in Rumbeke. Het is een 27 ha grote, groene long vlakbij de stad, weg van de drukte en ideaal om te genieten in de natuur. Het domein bestaat het grootste deel uit bos met aansluitend een 19de eeuws park in Engelse stijl en het kasteel.

Rond het kasteel werd een grote verscheidenheid aan parkbomen aangeplant. De imposantste is de bijna 200 jaar oude plataan die voor het kasteel staat. In zijn soort is het één van de mooiste van Vlaanderen. Zijn monumentale kroon met een hoogte van 30m bepaalt het aspect van de voortuin.

Foto hieronder is de plataan in de zomer.

Van september tot oktober zie je vruchten aan de boom. Ze zijn er zelfs nog vaak in de winter. Het zijn bruine, behaarde, borstelige noten die aan een lange steel omlaag hangen.

In de herfst is het heerlijk om er te wandelen terwijl de blaadjes van de bomen geruisloos naar beneden dwarrelen. Ze spelen een spel met de wind.

Sommige zijn nog groen ...

of ze bezwijken toch al voor een herfstkleur ... maar blijven nog wat vechten eer ze op de grond belanden.

Schrompelend geel, stervend bruin .. het is alsof ze ritselend zingen in de wind. De takken buigen langzaam mee en ik sta vol verwondering voor de gouden kleuren.

Het is heerlijk om erdoor te lopen en alleen naar het geluid van ritselende bladeren te luisteren.

De herfst laat veel mooie kleuren na. Het wisselen van de seizoenen is een groots gebeuren.

Melancholisch staar ik naar die kleurenpracht, eventjes nog genieten eer ze vervagen. De natuur maakt zich klaar voor de donkere tijd van ’t jaar.

Ocharme (bijna kale) boom, nu sta je daar en moet je wachten op het voorjaar.

We komen aan het historisch omwald kasteel met bijgebouwen. Buurtbewoners vertellen ons: 'Dit is de parel van het kleine parkachtige bos'.

Een kasteel in Vlaamse Renaissance

Dit kasteel, gebouwd tussen 1520 en 1535 is een van de oudste renaissancekastelen van België. Er is een eerste afbeelding gevonden op een anoniem schilderijtje uit 1535.

Vroeger stond er reeds een bescheiden L-vormig gebouw met op de binnenkoer een bolvormig-bekroonde achthoektoren, die we nu in het midden van het kasteel zien. Het was de eigenaar, graaf de Thiennes, die initiatief nam tot de grootscheepse uitbreidingswerken. Toen de verbouwing beëindigd was, liet hij van zichzelf met zijn familie foto’s maken voor het Kasteel.

Generaal Murray was de bevelhebber van het Oostenrijkse leger onder Maria Theresia in de zuidelijke Nederlanden. Door zijn huwelijk werd hij kasteelheer te Rumbeke. In de 18de eeuw (1769-1774) werd het kasteel lichtjes classicistisch verbouwd. Hij liet hij de aanleg van het bos uitvoeren door een tuinarchitect. Alle lanen vertrekken uit één punt en zijn gericht op de kerktoren van Roeselare en Rumbeke, op molens of in het domein opgestelde beelden. Vandaar de naam het Sterrebos.

In 1891 liet graaf Dirk de Limburg-Stirum, die door zijn huwelijk in 1855 met Asterie de Thiennes de nieuwe kasteeleigenaar was geworden, het huidige conciërgehuis aan de zuidoosthoek bouwen.

Er werden twee poorten; een in het westen en een in het oosten van het kasteel, opgetrokken. Aan de beide poorten staan bijgebouwen, bestemd voor de koetsen en de paardenstallen. Bovenaan de oostelijke inrijpoort prijkt in het midden het wapenschild van de familie de Thiennes.

Gedurende de Eerste wereldoorlog nam het Duitse leger zijn intrek in het Rumbeekse kasteel. In mei 1940 werd het kasteel door nieuwe Duitse bezetters beschadigd. Het herstel bracht geen wijziging aan de bestaande structuur.

foto van de achterkant van het kasteel.

Eeuwenlang werd het kasteel bewoond door de graven de Thiennes en de Limburg Stirum. Het raakte geschonden door de geuzen en werd geteisterd tijdens de oorlogen van Lodewijk XIV, de Franse Revolutie en de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het kasteel werd geklasseerd in 1942 en gerestaureerd in 2004.

Achter het kasteel ligt de ophaalbrug. We wandelen over de kasteelgracht en langs de vijver. Hier zorgen waterhoentjes en meerkoeten voor beweging.

De meerkoet verdringt het waterhoentje. Het is een zwarte, eendachtige vogel met een witte snavelbles. In groep graast hij dan op de graslanden. Bij het minste onraad zoekt hij het veilige water op. De meerkoet is een goede duiker die zijn kostje ook onder water bijeenscharrelt.

Het waterhoentje kan je tot in de kleinste waterplassen aantreffen. Je herkent het aan zijn wippend lopen en zwemmen. Om de rode bles op zijn bek te zien moet ik wat dichterbij komen.

Grachten, sloten en vijvers zijn omgeven door neerbuigende grashalm, lisdodde, verdorde rietstengel.

De natuur gaat over in rust. Ze kan nu weer krachten opdoen, nadat ze is uitgeblust.

Als ik naar die hoge bomen kijk, denk ik: ' Mens wat ben jij toch klein!'

We nemen afscheid van de gouden stralen, want er komen andere tijden. Vorst, sneeuw en kou zullen het bos een totaal ander uitzicht geven. Ook dan weer zal de natuur ons vol verwondering doen staan.

https://www.west-vlaanderen.be/sites/default/files/2017-12/BrochureSterrebos.pdf