Sevilla, wandelen in El Centro en Santa Cruz
In dit artikel flaneren we door twee wijken van Sevilla: El Centro en Santa Cruz.
Het gebied rondom de belangrijkste winkelstraten Calle Sierpes en Calle Velázques wordt als Centro aangeduid en is het belangrijkste winkelgebied in Sevilla.
De mooiste pleinen zijn er Plaza del Salvador en Plaza Nueva.
Het Plaza Nueva is het centrale gedeelte van de stad. Dit groot rechthoekige plein met zijn hoge palmbomen, parkjes en straatlantaarns is een ideale plek om even uit te rusten. Het ruiterstandbeeld in het midden stelt Ferdinand III voor, die de stad op de Moren heroverde.
Iets verder komen we op de Plaza del Salvador, niet alleen een mooi plein, maar ook heel populair bij de plaatselijke bevolking voor een drankje en wat tapas.
Hier komen de Sevillianen graag een aperitief drinken, de gebruikelijke rust wordt dan voor een paar uur verbroken.
Dit ruime, langwerpige plein wordt aan één zijde volledig in beslag genomen door de Iglesia del Salvador. De kerk staat aan de kant van het plein.
Deze kerk dankt zijn kathedraalachtige afmetingen aan het verlangen van de christelijke overwinnaars de prachtige Moorse gebouwen te veroveren. Op deze plek stond eerst een moskee.
Het plein is een ontmoetingsplaats voor de jeugd.
Zodra het werk erop zit, drommen honderden Sevillanen samen voor een van de twee bekende tapasbars naast: La Antigua Bodeguita en Bar Bodegon Los Soportales. Beide hebben alleen hoge tafels waaraan je moet rechtstaan (statafels). Rond acht uur ’s avonds stroomt het hier vol met Sevillanen voor een cerveza (pilsje), een tinto de verano (wijntje), schoteltje olijven en kletsen maar.
Het aanbod aan winkels in Sevilla is niet meer uitgebreid dan in andere steden in Andalusië. De stoffenwinkels zijn er wel zeer bijzonder. Je vindt er de mooiste stoffen die gebruikt worden om traditionele kleding te maken. Sevilla is een belangrijke flamencostad, dus er is een groot aanbod aan winkels met flamencokleding, zelfs een aantal exclusieve ontwerpers die zich alleen richten op flamencokleding.
De lange voetgangersstraat Calle Sierpes is ongetwijfeld de bekendste van de stad. De drukke, lange en populaire winkelstraat is overdag met doeken overspannen. Je vindt er vooral de grotere ketens zoals Zara en het warenhuis El Corte Inglés.
Het is hier het drukst aan het einde van de middag en in de vroege avond, wanneer mensen er flaneren, de etalages bewonderen of zich te goed doen aan de lekkernijen van de pastelerías. Aan het einde van de straat is La Campana gevestigd. Het is de bekendste patisserie/confiserie van Sevilla, ze dateert van 1885. Hier geniet je volop van taartjes, ijsjes en andere zoete zondes. Het terras om de hoek is erg populair, het is vaak moeilijk om een plaatsje te bemachtigen. Lukt het niet, dan kun je binnen aan de bar een koffie nemen en iets lekkers kiezen uit een van de uitstalramen.
Calle Méndez Nuñez en alle dwarsstraten zijn een goed gebied voor de merkwinkels zoals bv. Kenzo, D&G en Boss …
We komen op de Plaza de San Francisco en zijn onder de indruk van de mooie gebouwen.
Hier heeft juist een betoging plaats.
In het Museo de Baile Flamenco, van de bekendste Spaanse flamencodanseres Cristina Hoyos, worden alle geheimen van de flamencodans onthult door middel van visuele en interactieve voorstellingen (video’s, fotoprojectie, computers). De bezoeker komt hier alles te weten over de geschiedenis van de flamenco en de verschillende stijlen en technieken. Er is ook een collectie dansschoenen en -kledij, foto’s en oude affiches te zien.
En zó komen we in de Santa Cruz, de oude joodse wijk.
Via een wirwar van smalle steegjes is Santa Cruz een van de belangrijkste toeristische attracties van Sevilla. Deze oude stadswijk straalt een bijzondere bekoring uit: kronkelstraatjes, witgepleisterde huizen, patio’s vol bloemen en beschaduwde pleinen zijn karakteristiek voor de Santa Cruz. De oude joodse wijk (Judería) met smalle straatjes en pleintjes, ontstond in de middeleeuwen. De Joden trokken naar Sevilla nadat de Moren door de christenen verslagen werden. Ze dachten daar een veilig onderkomen te vinden, maar dat bleek een misvatting. Na de reconquista genoot de wijk van koninklijke bescherming maar aan het einde van de 14de eeuw veranderden de Christenen alle synagogen in kerken. Alle joden moesten zich bekeren tot het katholicisme. Begin 15de eeuw werden ze er zelfs vervolgd. In 1492 werden ze de stad uitgedreven, maar ze lieten één van de mooiste wijken van de stad achter, nl. die van Santa Cruz.
We hebben het al snel door … ook al heeft Rik een prima gevoel voor richting, het zal niet helpen in deze buurt. Door het gedraai van steegjes raakt men volledig het richtinggevoel kwijt.
We ontdekken deze wijk dan ook je best al kuierend door de straten, op verkenning naar kleine steegjes en charmante pleintjes waar het rustig zitten is in een oase van groen. En we komen altijd weer bij een herkenningspunt terecht.
We dwalen door steegjes die overdag baden in het zonlicht en waar ’s avonds een gezellige drukte heerst van mensen die naar de bars en restaurants gaan. De straatjes zijn zo smal dat je elkaar bijna kan kussen vanaf het ene balkonnetje naar het andere.
Dit voormalige joodse getto is al eeuwenlang een wirwar van pittoreske witgekalkte straatjes, lommerrijke fonteinpleintjes en met bloemen overdekte patio’s. Nu herbergt het met zijn gerestaureerde gebouwen met karakteristieke tralievensters, ook dure woonhuizen en hotels.
De doolhof van smalle straatjes tonen Sevilla in zijn meest romantische en compact vorm.
Naast de voorspelbare winkeltjes, tapasbars en straatgitaristen ontdekken we leuke restaurantjes, terrasjes en tapasbars.
We proeven de lekkere serranoham ...
en genieten buiten van een sherry of wijntje ...
En net wanneer we denken dat we het beste gehad hebt, ligt er om de hoek alweer een azulejopareltje te wachten. Verdwalen is hier een must en waar we ook voorbijkomen, we worden steeds door schoonheid omringd.
Een klein straatje komt uit op de Plaza de Doña Elvira, een van de meest karakteristieke pleinen van Santa Cruz.
Op het plein staan, in de schaduw van sinaasappelbomen, banken die versierd zijn met azulejo’s, en een kleine stenen fontein. Het is een ideale plek om te profiteren van die lommerrijke plekjes.
Iets verder passeren we nog langs een groene oase ..
En we zijn aan de Plaza Santa Cruz. Hieraan heeft de wijk zijn naam ontleend. In het midden staat het Cruz de la Cerrajería, een indrukwekkend 17de eeuws gietijzeren kruis. Hier bevindt zich ook het graf van kunstenaar Murillo, op wie de Sevillanen bijzonder trots zijn. Hij woonde op huisnummer 7 in de calle Santa Teresa, waar nu een expositieruimte ligt.
Een van de kronkelige steegjes van Bario Santa Cruz komt uit op de Calle Mateos Gago. Deze erg bekende straat zit vol souvenirwinkeltjes en tapasbars en leidt naar de kathedraal. ’s Avonds is een bezoek aan goede bars en restaurants de moeite waard.
En al is het 22u, het is nog snikheet.
We maken nog een avondwandeling, het koelt niet af en bij volgende foto's (ze zijn niet erg zuiver) zie je dat het om 23u nog steeds 30°C is.
We sluiten deze dag af met koel biertje (een cerveza) in de Cerverzería nabij het hotel.
In volgend deel gaan we naar een minder toeristische wijk
Maak jouw eigen website met JouwWeb