Het Thyssen-Bornemisza museum

Ik had het in vorig deel over de wisselwerking tussen de collecties van het Prado- en het Thyssen-Bornemisza museum. Het harmonieuze verband begint al met de Primitieve Italiaanse kunst: terwijl we in het Pradomuseum het meesterwerk 'Maria Boodschap' van Fra Angèlico kunnen bewonderen, vinden we in het Thyssenmuseum een uitgebreide belangrijke collectie van deze kunstrichting.

Het Thyssen-museum biedt ook een bijna perfecte aanvulling op de Duitse Renaissance en de Nederlandse schilderkunst uit de 17de eeuw, die slechts schaars vertegenwoordigd zijn in het Pradomuseum, en de Amerikaanse schilderkunst uit de 19de eeuw, die in Spanje nagenoeg ontbreekt. Laat ons zeggen dat het Thyssen-Bornemisza museum een mekka is van 19de en 20ste -eeuwse Europese en Amerikaanse kunst.

De Duits-Hongaarse industriemagnaat Heinrich Thyssen-Bornemisza (geboren in 1875) begon in de jaren ’20 met het verzamelen van Duitse meesters uit de Renaissance. Hij kocht een aantal belangrijke werken, zoals het 'Portret van Hendrik VIII’ door Hans Holbein (linkse foto) en 'De 12-jarige Christus tussen de Schriftgeleerden' van Albrecht Dürer (rechtse foto).

Ook de vroege meesters uit de Zuidelijke Nederlanden hadden zijn belangstelling. Enkele topstukken die in zijn bezit kwamen zijn de 'Annunciatie', een tweeluik van Jan van Eyck, en 'Portret van een Jonge Man' van Hans Memling, met op de achterzijde een prachtig stilleven. De Italiaanse schilders uit de Renaissance werden evenmin vergeten. De favoriete werken van Hans Heinrich waren 'Portret van Giovanna Tornabuoni' van Domenico  Ghirlandaio en 'Portret van een Ridder' van Carpaccio. Hij kocht een minder voor de hand liggend meesterwerk aan uit een latere periode, de 'Heilige Catharina van Alexandrië' van Caravaggio.

links: Jan Van Eyck - 'Tweeluik'   -   rechts: Hans Memling - 'Portret van een jonge man'

Links : Carpaccio - 'Portret van een Ridder'  -  Rechts : Caravaggio - 'Heilige Catharina van Alexandrië'

 

Bij zijn dood (in 1947) liet Heinrich zijn verzameling van circa 525 oude meesters na aan zijn vier kinderen. Na de verdeling besloot de zoon Hans om de collectie weer bijeen te brengen en begon zoveel mogelijk terug te kopen.

En zo zette zoon Baron Hans-Heinrich Thyssen-Bornemisza (geboren in Scheveningen 1922) het werk van zijn vader voort. Hij zou uitgroeien tot één van de rijkste zakenlui van de vorige eeuw, maar zal vooral herinnerd worden vanwege de unieke kunstverzameling die hij naliet. Hij breidde de collectie uit die zijn vader was gestart; topstukken uit de Europese schilderkunst van de 13de tot en met 18de eeuw, met een speciale liefde voor de Italianen, de Vlamingen en de Nederlanders. Hij kocht echter ook een indrukwekkende verzameling moderne kunst. Zijn eerste liefde waren de Duitse expressionisten – Grosz, Macke, Kirchner – maar in rap tempo schafte hij ook werk aan van bv. Chagall, Kandinsky, Dalí, Picasso en Mondriaan.

 

Grosz - 'Metropolis'

Macke - 'Exposición'

links: Kirchner - 'Alpine Kitchen'      rechts: Chagall - 'The Madonna of the Village'

Kadinsky - 'Wassily'

Piet Mondriaan

Composition in colours (links) - Composition no XIII - Compostion 2 (rechts)

In 1954 kocht hij zijn eerste ‘eigen’ oude meester, een portret van de Italiaanse renaissanceschilder Francesco del Cossa – een schilderij dat zijn vader zeker op waard zou hebben weten te schatten. Sindsdien volgden nog vele andere oude meesters, variërend van een Duccio uit het begin van de 14de eeuw tot een Goya van het begin van de 19de eeuw. De flamboyante smaak van de baron, die in 2002 overleed, vormt een fraai contrast met de tamelijk strenge begincollectie van zijn vader.

Misschien was de baron nog wel bekender om zijn collectie moderne kunst, die hij vanuit het niets heeft opgebouwd. Hij streefde niet naar een zo volledig mogelijke dwarsdoorsnede van het beste uit de 19de- en 20ste eeuwse kunst, maar volgde zijn eigen voorkeur. Tot de moderne verzameling behoren figuratieve schilders als Lucian Freud, R.B. Kitaj en Michael Andrewes.

inks : Francesco del Cossa - 'Portret of a man with a ring'

rechts : R.B. Kitaj - 'Smyrna Greek'

onder : Michael Andrewes - Daylesford

Lucian Freud - 'Eflection with Two Children'

Terwijl hij zijn collectie uitbreidde, trouwde en scheidde de baron er vrolijk op los: prinsessen en modellen uit alle windstreken kwamen voorbij tot hij uiteindelijk trouwde met Carmen Tita Cervera, een voormalige miss Spanje. Inmiddels was het kasteeltje van de baron veel te klein geworden voor de talrijke schilderijen, dus zocht hij een geschikt nieuw onderkomen. Verschillende wereldsteden dongen naar zijn collectie, maar mede dankzij zijn Spaanse vrouw, ging uiteindelijk Madrid met de eer strijken. Hun oog viel op het Paleis Villa-Hermosa aan de Paseo del Prado om een museum, een gebouw uit de 18de eeuw dat ooit eigendom was van de Hertogen van Villahermosa.

Met behoud van de neoklassieke gevel van het voormalige Palacio Villa-Hermosa, toverde architect Rafael Moneo het gebouw om in een modern museum dat - met meer dan 800 schilderijen, beelden, houtsnijwerk, wandtapijten en kunstvoorwerpen van de 13de tot de 20ste eeuw - één van de belangrijkste particuliere verzamelingen ter wereld bevat.

Het Museo Thyssen-Bornemisza opende in 1992 zijn deuren voor het grote publiek. Het huisvest een duizendtal werken van de Italiaanse primitieven tot de hedendaagse kunst, met ook zalen gewijd aan Belgische en Nederlandse kunstenaars en impressionisten. Je vindt er onder meer werken van René Margritte, Paul Delvaux en James Ensor.

James Ensor - Theatre of Maskes

(links) René Margritte - Clefs-des-champs      (rechts) Paul Delvaux - The Viaduct

Het museum mag dan bij het grote publiek nog niet de naam hebben van het Prado en Reina Sofia, het kan beslist in één adem genoemd worden met deze musea. Het biedt een uitstekend overzicht van zeven eeuwen Europese schilderkunst en de collectie is niet zo enorm dat zij afschrikt. Ook de manier waarop de schilderijen worden gepresenteerd is interessant: soms thematisch, soms chronologisch.

Er zijn veel redenen om deze collectie te komen bewonderen. Extra aardig voor Nederlanders en Belgen is dat midden in Madrid een deel van de eigen cultuurgeschiedenis is tentoongesteld: polderlandschappen en Hollandse luchten, het Scheveningse strand en wintertaferelen. Er zijn meesterwerken van Jan Steen, Saenredam, Van Ostade, Aelbert Cuyp en Frans Hals. Om er maar een paar te noemen

Jan Steen - 'Country wedding'

Van Ostade - 'Paesants smoking and drinking in a Tavern'

Aelbert Cuyp - De Maas in Dordrecht

Frans Hals - Family Groupe in a Landscape

Afgezien van de onschatbare waarde van de verzameling (meer dan 50 schilderijen worden gerekend tot meesterwerken van de universele kunst) is het meest opvallende aspect van dit museum dat de collectie het Pradomuseum perfect aanvult op het gebied van de oude schilderkunst, en hetzelfde geldt ook voor de moderne schilderkunst met betrekking tot het Nationaal Museum Kunstcentrum Reina Sofia.

De sterke punten van deze collectie zijn precies de zwakke punten van andere Spaanse musea: de Italiaanse en Nederlandse primitieven, de Duitse Renaissance, de Nederlandse schilderkunst uit de 17de eeuw, de Geometrische Abstracte kunst en Popart.

Het Thyssen-museum herbergt op de drie verdiepingen van het gebouw een selecte permanente schilderijenverzameling die dankzij een levendige ruil met de belangrijkste musea ter wereld verrijkt wordt met tijdelijke tentoonstellingen.

Op enkele meters afstand van het Thyssenmuseum bevindt zich het Congres van Afgevaardigden, een bouwwerk uit de 19de eeuw, maar waaruit een duidelijk invloed van de renaissance is af te lezen.

In een imposant gebouw aan de Plaza de las Cortes zetelt het Spaanse parlement, oftewel de Cortes. Het neoklassieke gebouw met de granieten gevel werd ontworpen door Narciso Pascual y Colomer en opende zijn deuren in 1842. Twee grote bronzen leeuwen, die een van hun klauwen op een kanonskogel laten rusten, bewaken de ingang. De Congreso de los Diputados is op zaterdagochtend geopend voor het publiek.