In vorig deel kon je lezen hoe Bilbao een stad werd die niets meer te bieden had … hoe een vernieuwingsproject op stapel werd gezet.

Er moest iets gedaan worden voor de groei van het toerisme in de stad.

Op een afgedankt industrieterrein werd in plaats van kades en havenpakhuizen een ongelooflijk park met een boulevard langs de oever aangelegd.

Dit park zou het toekomstige Internationale Handels- en Kunstcentrum omsingelen. Het Museum Guggenheim is de grote ster hiervan.

Het was niet voldoende om de oude gebouwen af te breken. De toren aan de andere kant van de brug en de 'toen' afzichtelijke Puente de la Salve moesten blijven. Het werd een echte hersenbreker die een harmonieus geheel in de weg stond. De Amerikaanse architect Frank Gehry ontwierp het Guggenheim.

De culturele trots van Bilbao werd een gigantische sculptuur uit titanium, gele kalksteen en glas, verbonden aan de Puente de la Salve.

Frank Gehry is erin geslaagd de directe omgeving in waarde te laten stijgen en het gebouw te integreren in het landschap. Hij liet de vijvers versmelten met de riviermonding en de glazen muur van het binnenplaats. Hij nam de brug met de torensculptuur op in het geheel (het einde van de grote zaal (van het museum) loopt onder de brug door).

Het imposante silhouet, samengesteld uit een verstrengeling van gebogen vormen, heeft een bijzonder dynamische uitstraling.

Voor de bedekking werden titaniumplaten gebruikt die aan visschubben doen denken. Het is het symbool voor het industriële verleden van de stad. De schubvormige platen zorgen ervoor dat het licht in allerlei schakeringen mee speelt. Volgens de architect moet het gebouw honderd jaar schitteren.

Vanuit de stad lijkt het gebouw op een grote zilveren bloem, afgezet tegen het decor van een groene heuvel. Het bouwwerk lijkt beurtelings een schitterend, witmetalen bouwwerk en een oude, door zure regen aangetaste walvis die bij zonsondergang een roodbruine koperen kleur aanneemt. Het resultaat is ronduit subliem.

De vele glazen wanden zijn geconstrueerd om de kunstwerken te beschermen tegen warmte en beschadiging door zonlicht.

Niet alleen de buitenkant is groots. Het originele exterieur wordt voortgezet in het fascinerende interieur. Het museum Guggenheim werd voor het publiek geopend sinds 1997.

 

De ingang van het museum

We komen binnen in een hal die naar de tentoonstellingsruimtes leidt. Het is fantastisch om te zien hoe de gebogen vormen met elkaar botsen, zich aaneenrijgen en elkaar omstrengelen. Door een bloemvormig dakvenster komt het licht binnen.

De foto's van binnen komen via google (wij mochten niet fotograferen)

De hoofdbekommernis van de architect was in elke tentoonstellingszaal daglicht te laten binnenvallen. Daarom werd het museum van grote glasramen voorzien.

Het 'Atrium' is het hart van het museum, een portaal van 50m hoog dat zijn licht over 19 zalen (galerijen) verspreidt, verdeeld over 3 verdiepingen. De grootste zaal - 30 meter breed en 130 meter lang - glipt onder de brug door tot aan de torensculptuur (aan de andere kant van de brug). Hier zijn geen pilaren en de vloer is perfect gemaakt voor het drukke verkeer van bezoekers en medewerkers, alsook voor het grote gewicht van de werken die hier tentoongesteld worden.

De totale tentoonstellingsruimte bedraagt 10.000m², iets waar andere musea in de wereld alleen maar van kunnen dromen. De ruimtes zijn met elkaar verbonden golvende wandelpaden en door glazen liften.

De collectie van het museum bevat een breed spectrum aan moderne en hedendaagse kunst, werken van bekende artiesten als Picasso. Alle moderne kunststromingen zijn er vertegenwoordigd: de klassieke avant-garde, het abstracte expressionisme, de conceptuele kunst, pop art en het minimalisme. Er is de vaste collectie 20ste eeuwse kunst met werken van artiesten als Andy Warhol, René Magritte, Salvador Dalí en Mondriaan. Er zijn werken van abstracte expressionisten als Willem de Kooning en Mark Rothko.

 

 

In 2007, ter gelegenheid van de 10de verjaardag,  schilderde de Franse kunstenaar Daniël Buren de boog van de brug in het rood. Hij benadrukte de sierlijkheid van het staal en verzoende zo industrie en esthetiek. Het werk maakt inderdaad deel uit van de collectie van Guggenheim.

 

Maman - La araña (de spin)

Op een hoek, aan de rivier, kijkt een 10 meter hoge spin op het museumpubliek neer. Deze opvallende creatie maakt het Guggenheim zo mogelijk nog fotogenieker dan het al is.

Maman is een bronzen surrealistisch werk van de Franse kunstenaar Louise Bourgeois en is bedoeld als een eerbewijs aan haar moeder die zij op 21 jarige leeftijd verloor. De moeder, was weefster en herstelde stoffen in de stoffeerderij van haar vader. Net als zij, is de spin een wever, de draad gebruikt ze zowel om een beschermende cocon voor haar kinderen te spinnen. De spin produceert 'zijde' (spinrag), zowel om te beschermen als te roven. Het verbeeldt sterkte, bescherming en slimheid.

Niettegenstaande mijn angst/afkeer voor spinnen, heb ik het toch gewaagd om onder die spin te staan voor de foto!

maar gewoon eventjes de poten aanraken, deed ik met een bibberend hartje

Persoonlijk vind ik de reuzenspin zowel angstaanjagend als iets kwetsbaars hebben. Het moederschap wordt ook nog eens benadrukt door  de eieren die zij draagt, duidelijk zichtbaar in de eierzak met 26 marmeren eitjes, aan de onderkant van het lijf ... hoog en beschermd tegen het voorbijkomende publiek. 

 

De Puppy

Mijn favoriet staat bij de ingang van Guggenheim.

De 12 meter hoge bloemencreatie (1992)  in de vorm van een hondje is het werk van de Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons. De Puppy bevat ongeveer 70.000 echte bloemen.

Dit kolossale kunstwerk is niet alleen het symbool van het museum, hij waakt ook over de belangen van de ‘gringo-business’ en legt heel wat gewicht in de politieke schaal.

Ik kan er niet genoeg van krijgen, alles is hier zo indrukwekkend groots en mooi.

Morgen maken we een boottocht en bekijken het Guggenheim-museum nog eens van op het water.

Maar eerst nog een foto van kunst, onder de brug aan het museum.

Maak jouw eigen website met JouwWeb