In Gent valt veel te beleven.

Ja, in Gent valt veel te beleven. In het vorig deel zagen we hoe het fiere Gent zijn bezoekers een brede waaier aan bezienswaardigheden biedt. We zetten onze wandeling verder.

Gent is bijzonder rijk aan historische gebouwen en plaatsen - de geschiedenis kleeft er nog aan de muren en de straatstenen. Maar daarnaast is Gent ook een bijzonder gezellige stad met bovendien een erg gevarieerd aanbod aan lekkere, leuke en aangename horecazaken. Er zijn gezellige pleintjes en toffe winkeltjes, cafe's en restaurants.

We staan op een heel toeristisch plaatsje, nl. de Sint-Michielsbrug. Als je op de brug staat heb je een schitterend uitzicht op de monumenten en gevels van de oude stad. Rechts zie je de beroemde drie torens van Gent. ’s Nachts zijn de historische gebouwen en de torens van de Sint-Niklaaskerk, het belfort en de Sint-Baafskathedraal mooi verlicht, prachtig om te zien.

Beneden aan de brug heb je aan de ene kant de Korenlei en aan de overkant van het water bevindt zich de Graslei, ook 'de mooiste straat van Europa' genoemd. In de middeleeuwen bevond zich hier de haven, het kloppende hart van Gent. Bewonder de mooie gevels van de huizen die dateren van de 12de tot en met de 17de eeuw.

Zowel op de Graslei als op de Korenlei is er altijd ambiance. Er zijn veel restaurants, cafe’s en terrasjes van waarop men kan genieten van de gezellige sfeer en van waar men een kijk heeft op de rondvaartboten. Hier is ook het vertrekpunt van toeristische rondvaarten.

Aan beide kanten van het water vinden studenten en verliefde koppeltjes soelaas. Ze zitten op de boord, aan het water en dromen er van een mooie toekomst vol liefde. Gent is een studentenstad en zodra het weer het toelaat zie je talrijke studenten die over hun boeken gebogen zitten op de rand van Gras- of Korenlei.

Het kleinste huisje op de Graslei is het  tolhuisje (1682) - hier waren vroeger de tolambtenaren gevestigd.

We gaan een andere richting uit en wandelen door het Patershol en bekijken vooral de culinaire kant.

De smalle straatjes zijn bezaaid met eethuisjes en heuse restaurants, waar Belgische, Franse, Spaanse en zelfs Thaise keukens met elkaar wedijveren om de gunst van Gentenaar en toerist.
Kom eind augustus naar Gent en woon er de Patersholfeesten bij. Het is een buurtfeest waar Gentenaars - onder elkaar - zichzelf zijn, nog meer dan tijdens de door bezoekers overstroomde Gentse feesten. De gestreken mastellen zijn sinds jaar en dag een specialiteit die je op die Patersholfeesten (midden augustus) kan proeven. Dat zijn koeken met kaneel en die gaan voor je ogen letterlijk onder het strijkijzer.

De gewone mastellen

De gestreken mastellen

In Volgend deel vind je het recept hiervan.

 

Het centrum van de Patersholfeesten is het koerke van het museetse, de binnenplaats van het Huis van Alijn.

(museetse is het gents dialect voor museeke (= museum(ke)

Waar is dat Huis van Alijn? Wel ... het gezegde in Gent klinkt als volgt: Het spook Hendrik wijst je de weg in het 'Huis van Alijn'.

In de Kraanlei vormt een gezellige herberg (ook toegankelijk zonder museumbezoek) een zeer aangenaam rustpunt.

Het Huis van Alijn is een stemmig, levendig museum voor folklore. Het geeft een rijk en wisselend beeld van het Gentse volksleven. Het staat bekend om zijn originele aanpak en gedurfde werking. Het museum huist in een historisch monument in het centrum van Gent. De kinderen kunnen in het museum op zoek gaan naar het huisspook Hendrik. Er zijn verschillende museumkamers een daarin staat de cultuur van het dagelijks leven in de 20ste eeuw centraal.

 

We stappen verder langs de Kraanlei

 

Op zoek naar iets lekkers ...

Een leuke plek om binnen te stappen is de snoepwinkel van Mevr. Temmerman. (Kraanlei 79). Het huisje met het leukste snoepwinkeltje van de stad heet officieel - het huis van De Werken van Barmhartigheid.

Als de vrouw des huizes achter de toonbank staat zal ze jou, zonder veel aandringen uren vertellen over haar spekken en haar macrons.

Groot en klein vinden er snoepjes met typisch Gentse namen: lutsepoepe, nonnenbillen, wippers, kletskoppen, mokken. Ik kan er niet voorbijgaan zonder iets mee te brengen.

Net om de hoek komen we terug op de groentemarkt en daar moet ik ook ergens binnen zijn, in twee winkels zelfs.

Eerst naar Bakkerij Oud Huis Himschoot - 'oud huis' klinkt natuurlijk al als een klok. Bij het bakkerswinkeltje op de Groentemarkt (nr.1) staan 's ochtends lange rijen voor het heerlijke verse brood. Er worden schijnbaar wel 11 soorten krentenbrood verkocht, waaronder de bekende lange wapper.

De ontbijtkoeken, heerlijk brood, bolussen, taartjes en ander lekkers vind je hier in de beste bakkerij van Gent - een echte aanrader voor elke bezoeker van Gent. Het is een smaak die je nooit zal vergeten.

Bij het buitenkomen moet ik toch nog een zakje cuberdons – of Gentse neuzen- kopen aan het kraampje op het plein.

Mosterd

En dan gaan we van zoet naar hartig. Naast de bakkerij staat de winkel van Tierentyn-Verlent. Het decor is meer dan 100 jaar oud, maar de dagverse mosterd staat er nog elke morgen te dampen in zijn houten kuip. De meeste klanten gaan er hun potje vullen, vers uit de grote pot.

Mosterd van Tierenteyn-Verlent is in Gent even bekend als Het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal. Het is een familiebedrijf dat zijn winkeltje opende in 1790. Het behoudt al generaties lang zijn charme. Een klein, lichtgrijs kruikje met een maantje als label en gevuld met het gouden goedje blijft een origineel én lekker souvenir.

Beetje geschiedenis over hoe Tierentyn ertoe kwam om mosterd te maken.

De eerste grote evolutie in het mosterd maken kwam van een molenaar in de streek van Dijon die het mosterdzaad probeerde te malen met draaiende steen. Al vlug bleek dat dit niet mogelijk was aangezien mosterdzaad 30% olie bevat en de machine hierdoor niet werkte. De stenen kleefden aan elkaar. Ten einde raad goot de man een emmer water over de stenen wat hem tot de oplossing bracht. Mosterdzaad moet nat en niet droog gemalen worden.

Die informatie kwam in Gent door een bezoekje van Napoleon en één van zijn soldaten die een mosterdconversatie aangingen terwijl Gentenaar Petrus Tierenteyn aandachtig luisterde. Met die kennis begon hij mosterd te maken met dit verschil dat donkere mosterdzaden gebruikt werden. In Frankrijk heeft men de voorkeur aan geel mosterdzaad terwijl in de Germaanse landen donker mosterdzaad gebruikt wordt.

Petrus Tierenteyn is geboren in het jaar 1788, de stichtingsdatum van de winkel is 1790. Hiermee geef ik niet aan dat Petrus een wonderbaby was maar dat de fabricage van mosterd veel later is gekomen, na de Franse bezetting in België. Het begon als een gewone kruidenierszaak wat de dag van vandaag nog altijd merkbaar is aan het ruime aanbod kruiden en dergelijke dat de winkel verkoopt. De zaak deed het goed zodat Petrus in 1842 een toelating indiende om een stoommachine te installeren om de mostaardmolen aan te drijven. Petrus had 7 kinderen waarvan Augustus Franciscus Tierenteyn ééntje was. Op de Groentenmarkt had Augustus de zaak in handen en kocht hij de huidige winkel over. Hij trouwde met Adelaïde Verlent maar veel geluk had het echtpaar niet want Augustus stierf vier jaar later en liet 4 kinderen achter. Zijn weduwe zette de zaak verder en de naam Tierenteyn en Verlent blijft een constante.

Een andere zoon van Petrus is Ferdinand Tierenteyn die op industriële wijze mosterd fabriceerde, nu gekend als Stropkes mosterd. Op een bepaald moment is er een scheiding gebeurd tussen de kinderen en Ferdinand, azijnbrouwer, wou ook nog mosterd blijven maken. De moeder zei: 'Oke, je mag in gans België mosterd verkopen behalve in Gent'.

De oudste broer, Felix, hield op ambachtelijke wijze de mosterd zaak en de enige winkel open in Gent. Dankzij grondig onderzoek met medewerking van hogere scholen in Gent kon hij het ontbrekend deel van het geheim achterhalen waardoor men nu nog altijd traditionele Tierenteynmosterd, Gentse mosterd zoals vermeld op de firmastempel, kan kopen. Het bedrijf is in 1990 ... 200 jaar later, NV geworden en wordt nog altijd gerund door dezelfde familie.

De mosterd maakt men achter gesloten deur in de kelder volgens traditionele wijze. De hedendaagse wetten omtrent hygiëne worden in acht genomen. Het is een artisanaal gebeuren dat kwaliteit vooropstelt. Dat er geen bewaarmiddelen gebruikt worden wijst op kennis van stiel. De mosterd wordt daarom in kleine hoeveelheden geproduceerd en koel bewaard.
Er is keuze tussen twee soorten mosterd: fijne mosterd en grof gemalen (oude wijze) mosterd. De laatste bewaart langer. De enzymen die in het zaad zitten moeten meer afstand afleggen om naar buiten geraken.
Wil je heel straffe mosterd dan leg je hem op een warme plaats (25 graden) en moet dan wel meteen geconsumeerd worden. De pikante mosterdolie is vluchtig. De mosterd invriezen is mogelijk maar door het grote temperatuurverschil bij het ontdooien verliest het snel zijn typische smaak en pikantheid. Dus snel verorberen is hier de boodschap.

Door liefde voor traditie is de winkelinrichting gebleven zoals het was. De drempel van de winkel is een merkbaar bewijs van de befaamdheid van de zaak. Hedendaagse noden (weegschaal, kassa, ...) worden handig weggemoffeld.
Het embleem van de winkel, de halve maan, prijkt loodrecht op de voorgevel d.m.v. een prachtig bronzen kunstwerk dat gevonden is door J. Caesens in de kelder.

Mijn potje is gevuld en voor mijn broer heb ik een vooraf gevuld potje mee.

 

Oost-Vlaamse streek-gastronomie

Bij het buitenkomen van de mosterdwinkel kijken we recht op Het Vleeshuis. Hier wil ik zeker ook binnengaan. Deze reusachtige, eeuwenoude markthal met zijn prachtig houten dakgebinte is omgevormd tot een centrum voor Oost-Vlaamse streekgastronomie.

Tientallen hammen bengelen aan de eiken balken. In een soort lang aquarium van aluminium en glas zijn de meest gevarieerde producten uit de provincie te koop of ter plaatse verbruikbaar.

 

Tijd voor koffie

We gaan richting Korenmarkt. De donkersteeg is een smal straatje en daar slaat de koffiegeur me zo in de neus. Wie gaat mee binnen in de Mokkabon?

De zaak werd in 1937 opgestart door een jonge Italiaan. Op de begane grond was er een winkel, in de kelder bevond zich de koffiebranderij. Na enkele jaren werd de zaak overgenomen en werd er in het winkelgedeelte ook plaats gemaakt voor een verbruikerszaal. In onze verbruikerszaal kunt u terecht voor een lekkere kop koffie of thee. Voor wie niet veel tijd heeft, is er ook mogelijkheid om koffie te kopen en thuis te genieten.

Proef er van de heerlijke latte macchiato, cappuccino en voor de warme zomerdagen is er de huisgemaakte ijskoffie met allerlei smaken om toe te voegen zoals karamel, hazelnoot, vanille, enz. Daarnaast zijn er de smoothies met banaan, rode vruchten of exotisch fruit. Ze zijn zeer lekker en gezond. Voor de kleine honger kan je kiezen tussen een Brusselse wafels, muffins, donuts en belegde broodjes.

De Donkersteeg vol eethuizen en voedingszaken heeft 3 monumenten in het genre, naast elkaar:
- Koffie in de Mokkabon
- Lamsvlees bij Zwaenepoel
- Vis bij Georges

 

Lekker eten

Maar van al dat bezoeken krijgt een mens honger. Ik wil jullie een paar leuke en bekende adresjes doorgeven:
- een mooi Franse keuken met een uitstekende prijs-kwaliteit verhouding wordt geserveerd in De Drie Biggetjes (Zeugsteeg)
- originele en verfijnde visgerechten vind men in De Blauwe Zalm (Vrouwebroerstraat)
- de beste biefstuk-friet eet je in Le Petit Restaurant Rode Koningstraat)
- smakelijke vegetarische schotels in Avalon (Geldmunt recht tegenover het Gravensteen)
- in een middeleeuws decor goedkoop en lekker Marokkaans eten doe je in het piepkleine Sarabande  (Korenlei 1)

Dit is maar een héél kleine greep uit de vele eetgelegenheden in Gent!


Drank in overvloed

En voor wie de dorst wil lessen, geniet van een lekker Belgisch biertje. Ik denk dan aan:

- Het Gents Bierhuis aan de Waterkant, dit is een typisch bruin café met groot terras. Als je van plan bent om eens wat Belgische biertjes uit te proberen, dan ben je hier op de juiste plaats. Een uitgebreide kaart met ook nog een mooi aanbod aan bieren van de tap zullen je hier bekoren.

- Damberd is het bekendste Jazz cafe in Gent. Nog andere Jazz cafés in Gent die de moeite zijn zijn: Hotsy Totsy - Hot club - Gand en Manteca.

- voor een frisse pint kan je ook terecht in het trappistenhuis te St Anna - de Trollenkelder bij Sint-Jacobs of de Dulle Griet op de Vrijdagsmarkt.

Misschien kan je ook eens een Gentse Strop proeven.

Een bekende Ierse pub is: Patrick foley’s Irish Pub – het heeft ook een restaurant gedeelte en een heel sfeervol terras achteraan.

Wil je een mojito, cuba libre, piña colada of een andere lekkere cocktail? Dan ben je bij The Mix aan het Gravensteen op het juiste adres.

Hou je liever van een borreltje? Ga door een smal poortje binnen in het Dreupelkot – een pleisterplaats voor journalisten en andere dronkaards. Hier schenkt Pol 100 verschillende Belgische jenevers.

 

Het Sluizeken

De wijk Sluizeken is zeer gekend en ligt iets buiten het stadscentrum. Het is het centrum van de Turkse wijk, waar onze allochtone stadsgenoten in de Sleepstraat en het Oudburg een dicht web hebben opgebouwd van winkels, koffiehuizen en restaurants … waar de Turkse gastronomie van musaka tot baklava voor het rapen ligt. Akdeniz en Aspendos zijn bij de Gentenaars het best bekend.

 

WORDT VERVOLGD

maar eerst nog een foto van een chocoladewinkel .. zo zie je wel dat ze niet alleen in Brugge zijn.