Op weg door de Sierra de Grazalema

We rijden verder langs de Ruta de los Pueblos Blancos (Route van de Witte Dorpen)

Het is een rit door een prachtig landschap. We kunnen niet in elk dorpje binnenrijden, ze zijn zo talrijk.

Villamartin heeft weinig gemeen met de andere dorpen van de route. Het dorp werd in 1503 gesticht door een groep boeren die het land in bezit namen dat door de stad Sevilla was afgestaan. Het wordt nu nog vooral bewoond door landbouwers.

Villamartín heeft een aantal historische monumenten zoals de 17de-eeuwse kerk ‘Iglesia de las Angustias’, het paleis ‘Casas-Palacio de los Topete y de los Rios’ en het Castillo de Matrera, dat herinnert aan de Middeleeuwen.

 

El Prado del Rey (Letterlijk vertaald ‘weide van de Koning’)

Dit op 440 meter hoogte gelegen dorp werd in de 18de eeuw gesticht door Karel III. Het rechthoekige grondplan, waardoor dit dorp zich onderscheidt van de andere witte dorpen, is kenmerkend voor de Eeuw van de Verlichting.

Andere bezienswaardigheden nabij Prado del Rey zijn de oude graanschuren en de (Pósito de Labradores) en de tempel van Nuestra Señora del Carmen, een kerkgebouw uit 1840.

Hier is de grond vruchtbaar, er zijn veel kleine riviertjes en bronnen. De eiken zijn de meest voorkomende bomen en in het meer vochtige gedeelte zijn dat populieren.

In dit territorium leven de 'meloncillo'. Het is een ‘vooral’ Afrikaanse dierensoort met een lang, slank lijf en korte poten, een lange snuit en een staart die bijna net zo lang is als de rest van het lichaam.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Egyptische_ichneumon

 

Het dorpje El Bosque ligt op 298 meter en is de toegangspoort naar het nationaal park van Grazalema.

Het is een heel pittoresk dorp dat gesticht werd door de Hertog van Arcos.

De Iglesia Guadalupe

De Iglesia Guadalupe

De restaurants hier serveren vooral forel. De El Bosque-rivier is de zuidelijkst gelegen rivier in Europa waar je die vis aantreft.

Een 'trucha serrano': de vis wordt in twee gesneden en in de oven gebakken met een dun plakje smeltende serranoham tussen beide helften. Rurale gastronomie met een grote R.

Hier is de botanische tuin El Castillejo een bezoekje waard!

De Molino del Duque, de molen van de hertog, dateert uit de 18de eeuw.

 

De weg gaat nu het hart van de Sierra de Grazalema binnen. Dit is ongetwijfeld het mooiste deel van de tocht. Grazalema kent het hoogste aantal regendagen van heel Spanje en dat verklaart meteen ook waarom de vegetatie er bijna subtropisch is. Het ‘Parque Natural Sierra de Grazalema’ wordt omgeven door de dorpen Grazalema, Ubrique, El Bosque en Zahara.

Het pittoreske Ubrique ligt als een grote witte vlek op de Cruz del Tajo, in een landschap dat tot de indrukwekkendste van de hele sierra behoort.

Het stadje stamt uit het einde van de 15de eeuw, toen kolonisten er zich vestigden, en heeft zich ontwikkeld tot het belangrijkste industrie- en handelscentrum van de streek. De stad is gespecialiseerd in lederwaren, die variëren van traditionele tabakszakjes en herderstassen tot moderne accessoires als portemonnees en handtassen. Er zijn ook talrijke schoenenwinkels en de prijzen zijn laag.

 

Het bovenste deel van de stad achter de Plaza del Ayuntamiento is het interessantst en wordt gedomineerd door de 18de eeuwse Nuestra Señora de la O.

Het doet herinneren aan zijn Moors verleden. Dit niet alleen door gebouwen, maar ook door zijn ambachtelijke lederbewerking. De bloeiende lokale nijverheid heeft hier tot welvaart en voorspoed geleid.

Ubrique leeft en dat kun je niet van elk dorp in de buurt zeggen. Er hangen hier overal vlaggetjes en versieringen – blijkbaar is er dit weekend feest in het dorp!

Het dorp heeft in het verleden altijd vurige guerillos gekend. Er is een verhaal over een bende rebellen die vlak bij Gaucin een heel departement van de fiere Franse keizerlijke wacht in de pan heeft gehakt tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. Ubrique was ook een van de laatste republikeinse verdedigingsposten tijdens de Spaanse Burgeroorlog.

Aan de drukke Avenida Dr. Solis Pascual bevinden zich de winkels die zich specialiseren in lederwaren. We waren verwittigd om goed uit te kijken want soms is het moeilijk om het kaf van het koren te scheiden. De reisgids beveelt enkele betrouwbare adressen aan en daar gaan we een kijkje nemen. Ik laat me toch verleiden tot het kopen van een mooie handtas! Mijn dag is goed, want ik deed toch een 'interessant' koopje.

Ubrique is ook het geboortedorp van de befaamde Spaanse toreador ‘Jesulín de Ubrique’.

Stierenvechters zijn in Andalusië even populair, zoniet bekender, dan televisiesterren. Hun leven en liefdes komen uitgebreid in de landelijke pers. Jésulin heeft in zijn geboortedorp een café met ‘cultuurhuis’ dat te zijner eer werd opgericht. De bar heeft geen bijzondere architecturale kenmerken. Je kan er gewoon een glas drinken en naar de vele foto’s kijken aan de muren.

We krijgen er honger van, in een bar bestellen we een ½ ración: voor mij albondigas (gehaktballetjes) en voor Rik polllo a la plancha (gegrilde kip).

We rijden door Villaluenga del Rosario, dat temidden van het natuurpark van de Sierra de Grazalema ligt.

In dit dorpje is de Payoyo de befaamde lokale kaas.

Onze volgende stop zal het witte dorp 'Grazalema” zijn. Het is ongetwijfeld een van de schilderachtigste witte dorpen van de route.

De weg ernaartoe is omzoomd met en zeer dichte vegetatie en na de bergpas van Los Alamillos rijst opeens de majestueuze piek van de Peñón Grande op (meer dan 1000 m hoog), die als een adelaar op de loer over Grazalema waakt.

Op naar het witte dorp Grazalema