Het land van oker
De omgeving van het dorp Roussillon ziet het er helemaal niet somber uit.
Daarvoor zorgt de oker, die de aarde van de heuvels in alle denkbare tinten rood en oranje kleurt.
Men zegt dat Roussillon het rode dorp betekent en verwijst naar de huizen met de okerkleurige gevels.
De muren zijn in geel, oranje en rood geverfd met ijzeroxide, dat sinds de 18de eeuw de mensen werk heeft verschaft in de okergroeven. Het is aangenaam slenteren in dit schilderachtig dorp met smalle straatjes en dicht op elkaar gebouwde huizen met gevels in allerlei okertinten, kunstgaleries en pottenbakkerswerkplaatsen en hier en daar verrassende doorkijkjes. (volgende twee foto's zijn genomen via google)
Door de stralen van de ondergaande zon, hult het dorp zich in alle kleurschakeringen en de bezoekers wanen zich in een betoverende wereld. Van hieruit lopen mooie wandelpaden door het kleurrijke landschap met onder meer een fascinerende okergroeve en een voormalige okerfabriek.
Eerst wat meer over 'De geschiedenis van de okerwinning (een deel hiervan komt uit Michelingids).
Oker is een minerale kleurstof. De ijzeroxide (voornamelijk limoniet en goethiet) waarmee het zand is gemengd, kleurt geel, bruin of rood. Het pigment is al bekend sinds de prehistorie (er zijn sporen van gevonden in de grotten van Lascaux). De mensen gebruikten oker al als make-up om hun lichaam mee te beschilderen, maar ook om muurschilderingen in grotten te maken. Vanaf de Romeinse tijd werd hier aan okerwinning gedaan. De Romeinen maakten er hun aardewerk mee.
Het was pas sinds het einde van de 18de eeuw dat het ook op industriële wijze werd geproduceerd. Op het einde van deze eeuw had oker een opmars dankzij de ontdekking van de okergroeven in de streek van Roussillon. In de omgeving houden ze de legende over het ontstaan van de rode okerrotsen graag levend. Raymond van Avignon, die te druk bezig was met zijn jachtpartijen, verwaarloosde zijn beeldschone vrouw Sermonde. Zij zocht haar heil in de armen van een troubadour. Toen Raymond van Avignon dit vernam, was hij uit op wraak en doodde de troubadour. Sermonde was uitzinnig van verdriet toen ze het nieuws vernam en wierp zich van de rotsen waardoor haar bloed de rotsen voor eeuwig rood kleurde.
Voor wie het liever wetenschappelijk houdt: miljoenen jaren geleden oxideerde het ijzer dat in deze klei- en zandbodem zit waardoor de rotsen hun typische kleur hebben gekregen.
Het idee om het okerzaad te wassen zodat er een puur pigment overblijft, kwam van Jean-Étienne Astier, de eerste okerproducent uit Roussillon. De okerindustrie beleefde zijn bloeiperiode aan het begin van de 20ste eeuw, toen er maar liefst 36.000 ton oker werd geproduceerd in het Pays d’Apt. Oker werd niet alleen gebruikt in verf en muurkalk, maar had ook andere, soms ongebruikelijke toepassingen. Zo is oker naast hevea een van de bestanddelen van rubber en wordt het verwerkt in binnenbanden, elastiek, linoleum, in het velletje rond de Straatsburger saucijsjes en als kleurstof van het maïspapier om de 'gele' Gitanes. Door de crisis van 1930 en de groeiende concurrentie van synthetische kleurstoffen kwam er een einde aan de okerproductie.
Minder druk dan Roussillon maar ook rood en oranje gekleurd, is het heel kleine dorpje in het Parc Naturel Régional du Luberon nl. Rustrel, dichtbij Apt. Dit plaatsje werd beroemd om zijn immense okergroeven in verschillende kleurschakeringen en hier bevindt zich de Colorado Provençal, een natuurgebied met okerrotsen.
We laten de auto op het parkeerterrein. Hier krijgen we een folder met een gedetailleerde plattegrond en de wandelwegen. Het natuurgebied is perfect voor wandelingen. Er zijn een aantal routes uitgezet, zoals bv. de 'Sentiers des Cheminées de Fées' of 'de Sentiers du Sahara'. De wandelingen zijn niet heel lang (van ½ uur tot 4 uur) maar sommige zijn wel pittig. Het gebied is zowel geliefd bij gezinnen die een dagje in de natuur willen doorbrengen als bij sportklimmers.
Ga met ons mee, door het bos, richting okerrotsen. Het is warm, maar het eerste deel wandelen we in de schaduw van de bomen.
De kleur van de aarde verandert al naar licht oker.
Proces van de okerwinning
Oker werd gewonnen door het zand, waarmee het vermengd is, te geleiden door lange greppels met water. Het zand zakte naar de bodem, omdat het zwaarder is. Nadat het zandgehalte was gepeild (door te proeven!) liep een mengsel van oker en klei (gekleurd water) via afvoerbuizen naar bezinkingsbassins. Hier, in de bassins, bleef dat ‘gekleurd water’ een tijdje staan. De klei zakte naar de bodem en daarna werd het water afgevoerd.
Tot aan het einde van de winter werd zo laag op laag opgeslagen in de bassins waar het de hele zomer lag te drogen, totdat het de consistentie had van boetseerklei. Vóór de volledige verdroging, als de pasta versnijdbaar is worden er briketten versneden.
Die worden naar de oven gebracht en daar verder gedroogd (sommige rode oker wordt verkregen door gele oker op 450°C te bakken). Daarna werd het in een molen fijngemalen. Het okerpoeder is gewonnen en wordt verpakt in tonnen of zakken.
We komen voorbij de 'vroegere' irrigatiesystemen.
Wij wandelen verder over de Rivière de Sable (zandrivier).
Nog even een grote hoek om en daar zien we al een deel van het okergebergte, een van de opvallendste natuurverschijnselen in de Provence.
We komen in een ongelooflijk mooi landschap en weten niet waar eerst gekeken, het is zo fascinerend!
Er zijn verschillende wandelmogelijkheden: hier bevinden we ons in de Sahara. De naam is goed gekozen. Je kunt het bijna letterlijk zo opvatten. Het is een landschap van bloedrood, fijn, zachtgelige rotsen, oranjekleurige piramiden, paarsige geërodeerde, grillige rotsformaties én ’s zomers de bijbehorende temperaturen.
Wat is de natuur groots!
Een blauw gemarkeerde route leidt ons naar de fantastische feeënschoorsteen, een losstaande rode rots in de Sahara. De Cheminées des Fées zijn niet toegankelijk.
Volgend deel van onze wandeling kreeg de naam: Cirque de Barriès.
Op een oppervlakte van 31 ha zijn bizarre vormen ontstaan, van stralend wit tot gloeiend rood.
Het is er heerlijk wandelen en genieten van het prachtige kleurenpallet met ontelbare kleurschakeringen van oranje, vlammend rood, geel en paars. Het oker kleurt als het ware de Luberon. We staan perplex bij het zien van dit betoverende kleurlandschap.
Hier bevindt zich dé tunnel ... je kan er doorheen (met vuile, okerkleurige kledij als gevolg) of erlangs.
en daarachter zijn de Cascades (watervallen)
Het zijn stuk voor stuk imposante verschijnselen die zowel door toedoen van de mens (tot in 1956) als door de erosie zijn ontstaan.
Jammer genoeg zullen deze vreemde landschappen gaandeweg verdwijnen.
Oker heeft een nadeel waarvan toeristen moeten bewust zijn: oker maakt enorme vlekken, tenminste op schoenen en kousen, maar die zijn eenvoudig uit te wassen met koud water en zeep.
In la Maison de Colorado kunnen we uitrusten. Men kan er souvenirs, postkaarten, okerpigmenten en artisanale producten kopen.
Wij hebben vooral dorst, na de wandeling in de hitte. En een fris slaatje is ook niet te versmaden :-)
Het Colorado Provençal (Paden in de oude mijnen van RUSTREL)
We bevonden ons op een plaats die het resultaat zijn van mensenwerk en van de natuur. In de 19de en 20ste eeuw vierden de ijzer- en vervolgens de okerindustrie hoogtij. Sinds de okermijnen niet meer in gebruik zijn, is het evenwicht tussen het werk van de okerwerkers en boeren erg fragiel.
Er hangt een bord : “Respecteer alstublieft dit gebied vol geschiedenis”
Maak jouw eigen website met JouwWeb